Vrouwenrechtenactiviste niet vervolgd voor tweets
Na uitgebreid onderzoek heeft het Openbaar Ministerie besloten om een 42- jarige Rotterdamse vrouw niet te vervolgen voor smaadschrift en laster. Tegen haar was aangifte gedaan in verband met een aantal uitlatingen op Twitter. Het OM is van oordeel dat er geen sprake is van strafbare feiten en zal de Rotterdamse dan ook niet langer strafrechtelijk vervolgen.
Aangifte
Op 6 juni 2018 is er door een 64-jarige man uit Den Haag aangifte gedaan van smaad en laster. De aangifte zag op uitlatingen die de Rotterdamse op Twitter zou hebben gedaan naar aanleiding van een artikel in de Telegraaf. De aangifte is destijds beoordeeld en op basis van de toen beschikbare stukken is besloten om de Rotterdamse te vervolgen voor een deel van de gedane uitlatingen. Het OM schreef toen in een persbericht:
“In het specifieke geval van de 41-jarige Rotterdamse die vervolgd wordt op grond van twee twitterberichten, wil het Openbaar Ministerie graag een oordeel van de rechter hebben over de strafbaarheid van de bewuste twitterberichten. De verdachte noemt het slachtoffer met voor- en achternaam in haar tweets. Daarbij wordt het slachtoffer een feit ten laste gelegd, namelijk pedoseksuele handelingen en verkrachting. Volgens het OM is er daarom sprake van aantasting van de goede naam van het slachtoffer. Met het openbaar plaatsen van de betreffende berichten is er voldaan aan het vereiste ruchtbaarheid.”
Aanvullende getuigen
Echter, op verzoek van de advocaat van de Rotterdamse heeft de rechter-commissaris getuigen gehoord. Daarnaast is de Rotterdamse zelf nogmaals gehoord. Op grond van deze aanvullende verhoren is opnieuw beoordeeld of vervolging opportuun is. Het Openbaar Ministerie komt op grond van die verhoren tot een andere afweging, namelijk dat er geen sprake is van strafbare uitlatingen. De zaak tegen de 42-jarige Rotterdamse zal dan ook worden geseponeerd.
Uitsluiting van de strafbaarheid
Binnen het strafrecht is er een uitsluitingsgrond met betrekking tot de strafbaarheid van smaad(schrift) en/of laster. Het Openbaar Ministerie is van mening dat er in deze zaak sprake is van die uitsluitingsgrond, namelijk de goede trouw en het algemeen belang. De Rotterdamse heeft op het moment van het plaatsen van de berichten op Twitter te goeder trouw kunnen aannemen dat het algemeen belang dit eiste. Zij heeft de uitlatingen gedaan in het licht van haar directeurschap van vrouwenrechtenorganisatie “Femmes for Freedom” en voelde zich naar aanleiding van de nominatie van aangever voor de Joke Smitsprijs in december 2017 verplicht om de berichten te plaatsen.