Gevangenisstraf voor betaalde seks met minderjarige
De rechtbank in Dordrecht heeft vorige week uitspraak gedaan in een zaak tegen twee mannen die verdacht worden van seks tegen betaling met een 17-jarig meisje.
Op 10 april moesten de mannen zich verantwoorden voor de rechter. Volgens de officier van justitie maakten zij zich schuldig aan ontucht met een minderjarige. Het wordt de verdachten aangerekend dat zij zelf hadden moeten signaleren dat er iets niet klopte en geen moment hebben stilgestaan bij de gevolgen voor het slachtoffer. De rechtbank vond dat de verdachten zich van de leeftijd van het meisje hadden moeten vergewissen. Dat hebben zij nagelaten en daarvoor dragen zij verantwoordelijkheid, aldus de rechtbank. Gelet op het te beschermen belang en het voor dit soort feiten bestaande taakstrafverbod kan daarop niet anders dan met gevangenisstraf worden gereageerd, zo oordeelde de rechtbank in de vonnissen. Beide mannen zijn veroordeeld tot drie maanden gevangenisstraf, waarvan twee maanden voorwaardelijk.
Het is een belangrijke uitspraak van de rechtbank. In de Valkenburgse zedenzaak (uitspraak hoger beroep in 2016) werd bij een vergelijkbare verdenking één dag gevangenisstraf in combinatie met een taakstraf opgelegd. In een andere vergelijkbare zaak uit Schiedam heeft het gerechtshof Den Haag (op 4 oktober 2018) bepaald dat bij betaalde seks met een minderjarige als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden dient te worden opgelegd. In deze Schiedamse zaak zijn vijf verdachten wel veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk.
Deze lijn wordt nu voortgezet met de veroordeling van de twee mannen. Deze zaken zijn nog niet onherroepelijk, beide verdachten hebben appèl ingesteld. Om minderjarigen te beschermen vervolgt het OM steeds vaker voor artikel 248b Wetboek van Strafrecht, dat ontucht met een jongere van 16 of 17 jaar oud die zich prostitueert strafbaar stelt.