OM eist 12 jaar gevangenisstraf voor doodslag tegen verdachte die zijn vrouw ombracht
“Het slachtoffer, een vitale vrouw, is mishandeld en gedood in haar eigen huis, door haar eigen man. Ze is versleept en zwaar beschadigd achter gelaten. Een daad die is ingeslagen als een bom.” Met die woorden refereerde de officier van justitie aan het drama dat zich op 23 mei van dit jaar voltrok in de gemeente Zaltbommel. Zij eiste een gevangenisstraf van 12 jaar tegen de 75-jarige verdachte. Naast doodslag werd hem ook verboden wapenbezit ten laste gelegd. In zijn nachtkastje lag een alarmpistool met munitie.
De verdachte heeft bekend dat hij zijn vrouw heeft omgebracht. Hij verklaarde tijdens het onderzoek dat hij woedend werd door een opmerking die zijn vrouw maakte. Zijn daad was op geen enkele manier te voorzien, er was geen sprake van een zorgwekkende voorgeschiedenis. Het stel had een relatie die al 39 jaar duurde, met familiebanden die werden gedeeld, waarin er kinderen en kleinkinderen waren. “Ik droeg haar op handen, ze was mijn alles” zei de verdachte nog tijdens het onderzoek. “Het is onbegrijpelijk”, aldus de officier van justitie.
Verdachte is door deskundigen onderzocht en wordt volledig toerekeningsvatbaar geacht. Uit het rapport van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) bleek wel dat verdachte het gevoel had dat zijn vrouw wat meer afstand van hem nam. Hij wantrouwde haar en was bang haar kwijt te raken. De officier van justitie noemde het extra krenkend voor de nabestaanden dat verdachte zichzelf als slachtoffer ziet en zijn vrouw als de veroorzaker: “In zijn verklaringen heeft hij nooit gesproken over wat hij haar heeft aangedaan, maar vooral over wat zij hem heeft aangedaan.”
De officier van justitie motiveerde haar strafeis als volgt: “Het nemen van een leven is het zwaarste strafbare feit uit ons wetboek van strafrecht. Hier gaat het niet om een pure opwelling. Het slachtoffer is gevlucht en verdachte blijft haar achterna gaan en aanvallen. Dit is een doodslagzaak die daarom aanschuurt tegen moord. Het slachtoffer stond nog volop in het leven. Haar dierbaren voelen dagelijks de pijn en blijven achter met vragen. Hen is onherstelbaar leed aangedaan. Ik acht een lange onvoorwaardelijke celstraf passend: 12 jaar met aftrek van voorarrest.”