OM legt procesafspraken voor aan rechtbank Gelderland: twee cocaïnehandelaren gaan mee in gevangenisstraffen

Het Openbaar Ministerie Oost-Nederland legde vandaag aan de rechtbank in Arnhem procesafspraken voor in een zaak tegen een 33- jarige verdachte en 31-jarige verdachte uit Apeldoorn, die op grote schaal handelden in cocaïne. Tussen het Openbaar Ministerie en verdachten is overeengekomen dat ze, als het aan deze beide procespartijen ligt, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 52 en 42 maanden gaan uitzitten. De rechtbank, die hierover een onafhankelijk oordeel moet vellen, doet op 12 juli de uitspraak of het akkoord is met de afdoeningsvoorstellen.

Eén van de mannen is voor de behandeling van zijn rechtszaak terug gekomen uit Marokko en was vandaag bij de zitting. De andere verdachte, ook aanwezig in de rechtbank, zat al vast in Nederland. Uit versleutelde telefoonchats (de communicatie over de drugshandel verliep via SKY-accounts) blijkt dat één verdachte de beschikking had over in ieder geval 202 en de ander over bijna 150 kilo cocaïne (en dat ook hebben verkocht), in de periode tussen april 2020 en januari 2021.

Door de verdediging en het Openbaar Ministerie wordt, indien de rechtbank komt tot een bewezenverklaring en mee gaat in de procesafspraken, geen hoger beroep ingesteld. Door de verdediging worden bovendien geen bewijsverweren gevoerd, de feiten zoals verwoord in de tenlasteleggingen worden niet ontkend. Naast de gevangenisstraffen betaalden de Apeldoorners beiden al een bedrag van 100.000 euro (een deel van het wederrechtelijk verkregen voordeel). Ook deze ontnemingen werden vandaag aan de rechtbank voorgelegd, waarbij wederom het verzoek door het OM en de verdedigende partij wordt gedaan om hierin mee te gaan.

De rol van de 31-jarige verdachte die (als de procesafspraken doorgang vinden) 42 maanden opgelegd krijgt, was minder groot dan zijn medeverdachte. Het OM houdt rekening met zijn persoonlijke omstandigheden. Zo is hij niet eerder veroordeeld voor de handel in harddrugs. Echter: “Het meest belangrijke aspect is de aard, omvang en hoeveelheid van de handel waar verdachte zich heeft beziggehouden. Daarbij moet in het achterhoofd worden gehouden dat slechts een deel van de SKY-berichten is opgenomen in het dossier. Dat doet vermoeden dat de daadwerkelijke hoeveelheid verhandelde cocaïne vele malen groter is. Verdachte heeft bewust deelgenomen in een organisatie die zich toelegde op de grootschalige handel en waarbij enkel winstbejag voorop heeft gestaan, zonder zich te bekommeren om de maatschappelijke gevolgen.”

Procesafspraken

Het doel van het maken van procesafspraken is hoofdzakelijk proceswinst voor alle procespartijen en de rechtbank. Het is een manier om zaken die zich ervoor lenen efficiënter en sneller af te doen, doordat de rechtszitting kan worden toegespitst op hetgeen OM en verdediging nog verdeeld houdt.

En dat loont, stelde het OM eerder al: slachtoffers, verdachten en samenleving krijgen eerder duidelijkheid over de uitkomst van een zaak en straffen worden sneller tenuitvoergelegd. Rechtbank en OM kunnen het dossier sneller sluiten en de verdachte weet meteen waar hij of zij aan toe is. Daarnaast zal dit – indien de procesafspraken door de rechtbank in het vonnis worden gevolgd – bij de verdachten kunnen leiden tot een grotere acceptatie van de uitkomst van het strafproces.

In een zaak als deze betekent dit concreet dat de uitspraak ongeveer 2 tot 3 jaar sneller vast staat. Daardoor ontstaat ruimte voor andere zaken bij zowel de rechtbank, het Hof en in veel gevallen ook nog de Hoge Raad. Bij een normale procedure moet vaak nog veel onderzoek worden gedaan op verzoek van de verdediging, wat vaak tot veel vertraging leidt. Daarnaast betekent een normale procesgang vaak dat verdachten in hoger beroep gaan en soms zelfs nog naar de Hoge Raad.

Het maken van procesafspraken is géén buitengerechtelijke afdoening, maar leidt tot een onafhankelijk rechterlijk oordeel over de zaak en resulteert in een vonnis (en eventueel een beslissing in de ontnemingszaak). De rechtbank is en blijft verantwoordelijk voor de vaststelling van de feiten, de volledigheid van het onderzoek en de strafoplegging. “Er is nadrukkelijk géén sprake van handjeklap”, aldus het OM vandaag voor de rechtbank, “de rechtbank is de instantie die dit kritisch toetst”.

Het voordeel voor de verdachten zit hem tevens in een minder hoge straf: in vergelijkbare zaken zoals waar deze twee verdachten zich vandaag voor moesten verantwoorden zou het Openbaar Ministerie in deze zaken volgens eigen richtlijnen respectievelijk zes en vijf jaar hebben geëist.