OM eist 12 tot 18 maanden cel voor geweld tegen politie bij illegaal feest tijdens lockdown
Het is 1 januari 2021, Nederland is in lockdown, mensen worden geacht anderhalve meter afstand van elkaar te houden, publieke voorzieningen zijn dicht. Tientallen mensen vieren desondanks de jaarwisseling, dicht op elkaar in een bunker in het bosgebied net buiten Arnhem. De muziek staat hard. Veel aanwezigen zijn onder invloed van drank of drugs. De politie heeft opdracht van de burgemeester het feest te beëindigen en het terrein te ontruimen. Een groot deel van de bezoekers geeft gehoor aan de oproep van de politie en vertrekt. Een kleinere groep illegale feestgangers reageert echter met agressie. Er worden beledigingen geschreeuwd en er wordt met flessen en stenen gegooid. Twee agenten raken gewond.
“Ik kan met recht zeggen dat dit één van de meest heftige ervaringen is geweest en ik op de meeste weerstand ooit ben gestuit”, aldus een ervaren politieman die de betreffende avond zijn werk deed. Drie verdachten van 31, 34 en 36 jaar stonden vandaag voor rechter in Arnhem. Voor onder meer zware mishandeling in vereniging en belediging hoorden de 31-jarige en de 34-jarige 18 maanden gevangenisstraf tegen zich eisen, waarvan 6 voorwaardelijk. Tegen de 36-jarige, die een iets kleinere rol had volgens het OM, eiste de officier 12 maanden cel, waarvan ook 6 voorwaardelijk. Voor alle drie geldt een proeftijd van 2 jaar.
“De manier waarop deze groep, waar de verdachten onderdeel van waren, heeft gehandeld gaat alle perken te buiten”, stelde de officier van justitie in haar requisitoir. “In het bijzonder omdat er door de verdachten fors geweld tegen de politie werd gebruikt.” De officier neemt de verdachten bijzonder kwalijk dat zij geen enkele verantwoordelijkheid nemen. Niet voor hun gewelddadige gedrag, noch voor het ingaan tegen alle Covid-maatregelen. “Was gewoon weggegaan. Dat kon immers óók”, aldus de officier.
Voor de getroffen agenten zijn de gevolgen ernstig en langdurig. Zij moesten diverse medische behandelingen ondergaan, maar hebben ook psychisch veel last van het gebeuren. Zij hebben de situatie als zeer dreigend ervaren. Ook hun gezinsleden hebben de impact hiervan gevoeld, of voelen dit nog steeds. Eén van de agenten verloor een voortand doordat hij door een hard voorwerp werd geraakt. Ook de andere voortand moet op termijn vervangen worden door een implantaat. Verder is zijn bovenlip blijvend ontsierd met littekens van de hechtingen. Een andere agent raakte gewond aan zijn hoofd. Hij liep een hersenschudding op. Ook hij hield er een litteken aan over en kampt bovendien nu, ruim twee jaar na het incident, nog steeds met aanzienlijke psychische klachten.
De 31-jarige verdachte wordt door de aanwezige politiemensen als de “opruier” gezien. Getuigen zagen hem met stenen gooien. Ook het gedrag van de 34-jarige wordt bestempeld als agressief, ophitsend en zeer recalcitrant. De 36-jarige, de rustigste van de drie, gooide ook spullen richting de politie. Verdachten waren overduidelijk niet van plan een feestje te laten verstoren door de politie. Zij hebben alle drie fysiek geweld gepleegd tegen de politie en daarmee een wezenlijke bijdrage geleverd aan de ontstane situatie. Bij het bepalen van de strafeis in dit soort zaken ligt het accent op de samenwerking tussen de verdachten en minder op de vraag wie welke feitelijke handelingen heeft verricht. Dit maakt dat alle verdachten verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor alle gepleegde geweldshandelingen, ook wanneer deze door anderen zijn verricht.