Celstraffen van 1 maand tot 36 maanden geëist tegen jonge verdachten overval Fletcher Hotel
“Deze verdachten zijn kwetsbaar en hebben zelf de nodige tegenslagen gekend. Zij hebben echter met hun daad, een ander mens levenslang kwetsbaar gemaakt. Zij hebben een zeer ernstig strafbaar feit gepleegd. Als je in voetbaltermen denkt, dan valt dit in de Champions League van de strafbare feiten”, aldus de officier van justitie vandaag in de rechtbank in Arnhem.
Een 24-jarige student begint op 27 november vorig jaar aan zijn dienst als nachtportier van een hotel in Putten, zijn bijbaantje. Nadat hij de vuilnis heeft buitengezet, staan er plotseling twee overvallers voor hem. Zij werken de portier met geweld tegen de grond en binden hem vast. Zij bedreigen hem met een pistool en een kapmes, pakken zijn portemonnee af en bestuderen op een intimiderende manier zijn ID-kaart. De overvallers vernielen de computer en de telefoon om contact met de buitenwereld onmogelijk te maken. De verdachten gaan er vandoor met geld uit de kluis. Het slachtoffer is volledig overstuur en zoekt hulp door aan te kloppen bij hotelgasten. Het slachtoffer kampt met psychische klachten en leeft nog dagelijks in angst.
Voor betrokkenheid bij de overval zijn zes verdachten aangehouden. Drie van hen, ten tijde van de overval allen minderjarig, stonden gisteren voor de rechter in Arnhem. Vandaag moesten twee verdachten van destijds 18 en 19 jaar zich verantwoorden.
De officier van justitie eiste 36 maanden gevangenisstraf, waarvan 12 voorwaardelijk tegen de hoofdverdachte die de overval beraamde en medepleegde. Hem werd ook bezit van een vuurwapen ten laste gelegd. Een minderjarige verdachte die eveneens deelnam nam de overval en kreeg 12 maanden jeugddetentie geëist, waarvan 6 voorwaardelijk. Tegen twee andere minderjarige verdachten, die worden verdacht van het delen in de buit/witwassen, eiste de officier van justitie jeugddetentie voor de duur van het voorarrest, plus drie maanden voorwaardelijke jeugddetentie. Dat betekent dat zij niet terug de cel in hoeven. Voor beiden geldt een proeftijd van 2 jaar. De 18-jarige die het vervoer regelde op verzoek van de 19-jarige, hoorde 1 maand tegen zich eisen.
De officier heeft in zijn strafeis voor meerderjarige verdachten wel rekening gehouden met de jeugdige leeftijd. De 19-jarige bekende zijn daden en toonde berouw, ook richting de ouders van het slachtoffer, die de zitting bijwoonden. Het slachtoffer zelf kon het niet opbrengen om naar de zitting te komen.
De officier van justitie: “Wat ik ingewikkeld vind is dat van mij wordt verwacht dat ik bij de strafeis rekening houd met het feit dat het gaat om jonge verdachten met een kwetsbare achtergrond, die nog wat te leren hebben in het leven. Maar als ik me dan verplaats in het slachtoffer, gewoon een student die een bijbaantje heeft, een jongen die de hele wereld over reisde en nu zijn woonplaats nauwelijks meer uit durft, die nu zelf kwetsbaar is geworden, dan raakt me dat. Dat je, als je zo’n overval beraamt en pleegt, weet dat je het risico neemt om iemand voor de rest van zijn leven te beschadigen. Dat je dan toch beslist om het door te zetten of om mee te delen in de buit. Dat dan niemand van de verdachten toch het gezonde verstand gebruikt en zegt ‘dit kan niet wat we nu doen’. Bij dat soort overwegingen moeten we toch echt stilstaan.”