Zeven jaar cel geëist tegen hoofdverdachte mensenhandelzaak
Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft zeven jaar celstraf geëist tegen een 30-jarige man uit Apeldoorn voor de rol die hij zou hebben gehad bij de seksuele uitbuiting van twee vrouwen uit Hongarije in de periode van juni 2020 tot september 2020.
De man zou de vrouwen onder meer hebben bedreigd en mishandeld. Het OM ziet hem als de belangrijkste verdachte in deze mensenhandelzaak waarin in totaal vijf personen terecht staan.
Behalve de 30-jarige man uit Apeldoorn, stonden eerder al een 29-jarige man en een 31-jarige vrouw uit Apeldoorn, een 24-jarige man uit de gemeente Ede en een 29-jarige man uit Hongarije voor de rechter. Hun zaken dienden begin februari voor de rechtbank Arnhem. Tegen hen eiste de officier van justitie respectievelijk celstraffen van zes jaar, vijf jaar, vijf jaar en drie jaar.
De vijf zouden ieder een eigen rol hebben gehad bij de seksuele uitbuiting. Voor alle verdachten geldt dat zij stelselmatig een diepe inbreuk hebben gemaakt op de menselijke waardigheid van beide slachtoffers, aldus de officier van justitie tijdens eerdere zittingen.
De man uit Hongarije zou de vrouwen hebben benaderd om voor een periode van twee weken in Nederland te gaan werken. Ook zou hij de vrouwen, samen met de verdachte uit de gemeente Ede, hebben bewaakt, zodat ze niet konden vluchten. Andere verdachten zouden locaties hebben geregeld waar de vrouwen moesten werken, en de 31-jarige vrouw uit Apeldoorn zou foto’s van hen hebben gemaakt voor sekswebsites.
Het OM ziet de 30-jarige als de persoon die bovenaan stond in de hiërarchie en leiding gaf aan de uitvoering van de seksuele uitbuiting van beide slachtoffers. Ook wordt hij verdacht van witwasssen. Daarvoor staat de man nog op een later moment terecht.
De slachtoffers hebben verklaard dat ze kort na aankomst in Nederland hun vrijheid zijn verloren en geen zeggenschap meer hadden over waar, wanneer en hoe zij hun werk wilden verrichten.
De zaak kwam aan het licht nadat het Hongaarse consulaat op 1 september 2020 bij de politie had gemeld dat er contact was geweest met een vrouw die zei dat haar dochter tegen haar wil werd vastgehouden in een woning in Voorthuizen en dat ze werd gedwongen tot prostitutie.