Celstraf van acht jaar geëist na mishandeling en veroorzaken ontploffing
Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft donderdag 1 juli een gevangenisstraf van acht jaar geëist tegen een 36-jarige man uit Rosmalen. Hij wordt er onder meer van verdacht dat hij eind februari vorig jaar een man in Lunteren ernstig heeft mishandeld. Ook zou hij ruim een week later in Ede een explosief op een deur van een restaurant hebben laten ontploffen. Daarbij zou hij een dreigbriefje achter hebben gelaten.
Op 27 februari 2020 vindt de mishandeling plaats: uit onderzoek is gebleken dat de verdachte samen met iemand anders het slachtoffer in Lunteren met ijzeren staven op het hoofd heeft geslagen. Volgens de officie van justitie kan wettig en overtuigend bewezen worden dat er sprake is van een poging doodslag. Niet duidelijk is geworden wie de tweede aanvaller was.
Ook kan volgens de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen worden dat de 36-jarige man verantwoordelijk is voor het teweegbrengen van een ontploffing en een poging afpersing in Ede door een explosief op de deur van een restaurant te plakken en deze tot ontploffing te brengen. In het dreigbriefje dat de verdachte vervolgens achterliet, wordt verwezen naar de mishandeling ruim een week daarvoor.
De eigenaar van het restaurant en het slachtoffer van de mishandeling zijn familie van elkaar. Niet duidelijk is geworden wat de aanleiding is geweest voor de mishandeling en het veroorzaken van de ontploffing bij het restaurant: in het dreigbriefje wordt verwezen naar een onbekend geldbedrag wat verschuldigd zou zijn, mogelijk is er sprake van een wraakactie. De verdachte heeft hier geen openheid over willen verschaffen.
Volgens de officier van justitie leven de slachtoffers sinds de incidenten in grote angst en weten zij nog steeds niet wat er ten grondslag ligt aan de gebeurtenissen. Volgens de officier heeft de verdachte door te zwijgen over zijn beweegredenen geen enkele verantwoordelijkheid genomen. Zij acht mede daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van acht jaar op zijn plaats.