Geldboete geëist tegen stichting kinderopvang na dodelijk ongeval op kindcentrum in Steenwijk

Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft een geldboete van 25.000 euro geëist tegen een stichting voor kinderopvang in Steenwijk. Op 16 maart vorig jaar is een 4-jarig meisje om het leven gekomen na een ongeval op het terrein van een kindcentrum aan de Wilhelminastraat in Steenwijk. In het pand van het kindcentrum werden werkzaamheden verricht. Daarbij zijn brandvertragende deuren uit hun kozijnen gehaald. Deze deuren stonden tegen een muur en op enig moment is één van deze deuren op het meisje gevallen. De stichting die verantwoordelijk is voor de kinderopvang in het kindcentrum wordt dood door schuld verweten.

Het OM is tot de conclusie gekomen dat de gebeurtenissen die hebben geleid tot het overlijden van het slachtoffertje niet het gevolg zijn van een ongelukkige samenloop van omstandigheden, maar van strafrechtelijk verwijtbaar handelen, dan wel nalaten binnen het kindcentrum. De officier van justitie is van mening dat de stichting onvoldoende maatregelen heeft getroffen om de risico’s van een ongeval te voorkomen. Zij had beter moeten toezien op de risico’s die de werkzaamheden en de plaatsing van de deuren in het bijzonder met zich meebrachten.

Alhoewel het naar het oordeel van de officier van justitie sprake is van verwijtbaar handelen door één of meerdere natuurlijke personen die binnen de stichting werkzaam zijn, ziet de officier af van verdere strafrechtelijke vervolging van natuurlijke personen. De officier van justitie heeft na het onderzoek alle omstandigheden gewogen. Hij heeft daarbij rekening gehouden met de gevolgen die het ongeluk en de daaruit volgende strafzaak voor de betrokken natuurlijke personen heeft. Vervolging van de stichting als rechtspersoon is volgens de officier wél opportuun. “Iemand brengt zijn of haar kind niet bij een individuele leidster, maar vertrouwt zijn of haar kind toe aan de kinderopvang als geheel”, aldus de officier op zitting.

“Het Openbaar Ministerie realiseert zich dat voor alle betrokken het ongeval een enorme impact heeft gehad”, zei de officier. “Het is een intriest gegeven dat de ouders en broertjes het slachtoffertje moeten missen. Maar ook houdt het Openbaar Ministerie rekening met de impact die het heeft gehad op de medewerkers van het kindcentrum.”

De officier van justitie is van mening dat van een vervolging en het verantwoording afleggen tegenover de rechtbank een belangrijk signaal uitgaat. Dat geldt ook voor het opleggen van een straf. “Het is een signaal naar andere professionals in de kinderopvang dat veiligheid voorop staat, zeker in een omgeving waarin jonge kinderen zich bewegen. Ouders vertrouwen hun grootste goed toe aan anderen, vertrouwen hun kinderen toe aan de kinderopvang, aan de BSO, aan scholen en aan sportverenigingen. Er wordt op vertrouwd dat de omgeving waar ze hun kinderen achterlaten veilig is, een vertrouwen dat niet beschaamd mag worden. Nalatigheid kan ernstige gevolgen hebben en deze zaak is daar een schrijnend voorbeeld van”, aldus de officier.