Celstraf geëist en plaatsing in PBC gevraagd na poging brandstichting in Hengelo (O)
Een 35-jarige man uit Oldenzaal en een 35-jarige man uit Den Haag moesten zich vandaag voor de rechtbank in Almelo verantwoorden voor een poging brandstichting bij een woning in Hengelo (O). Dat gebeurde op 26 april vorig jaar. Bij de woning werd eerst een steen door een ruit geworpen, waarna er een aangestoken molotovcocktail door de kapotte ruit werd gegooid. De aangestoken lont doofde nadat de fles op de vloer in de kamer kapot viel, waardoor uiteindelijk geen brand in de woning is ontstaan. De officier van justitie vindt dat de man uit Oldenzaal voor nader onderzoek eerst nog in het Pieter Baan Centrum (PBC) geplaatst zou moeten worden, de man uit Den Haag hoorde een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf tegen zich eisen.
Onvrede over een verbroken relatie ligt volgens de officier van justitie ten grondslag aan de poging tot brandstichting. De vrouw die slachtoffer is geworden van de poging brandstichting is volgens de officier ook bedreigd en mishandeld door de man uit Oldenzaal. De mishandeling zou hebben plaatsgevonden eind 2019, de bedreigingen tussen eind 2019 en mei 2020.
De officier van justitie acht medeplegen van een poging brandstichting voor beide mannen wettig en overtuigend bewezen. “De verdachte uit Hengelo is het brein. Hij heeft de man uit Den Haag van alle spullen en de uitleg voorzien”, aldus de officier, die stelt dat het ‘vuile werk’ bij de woning zodoende door de man uit Den Haag is gedaan. “De gevolgen zijn niet geweest wat zij evengoed wel hadden kunnen zijn, namelijk dat de woning vlam zou hebben gevat en het vuur en de rook zich over het hele blok zouden hebben verspreid. Het slachtoffer en haar kinderen waren niet thuis, maar omwonenden, die in hun bed lagen te slapen, zouden als ratten in de val de dood in zijn gejaagd. ”
Volgens de officier kan ook wettig en overtuigend worden bewezen dat de man uit Oldenzaal zich schuldig heeft gemaakt aan mishandeling en meerdere bedreigingen. Hij heeft volgens de officier van justitie tot op heden geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn acties. “De man uit Den Haag doet dit wel, hij heeft inmiddels zijn excuses gemaakt naar het slachtoffer.”
De officier acht mede daarom voor de man uit Den Haag een gevangenisstraf van 26 maanden - waarvan 8 voorwaardelijk - op zijn plaats. De man uit Oldenzaal zou volgens de officier eerst in het PBC geplaatst moeten worden voor nader onderzoek. “Deze man heeft een fors strafblad en is de initiator die geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn daden. Hij is een groot gevaar voor het slachtoffer en de samenleving en het recidiverisico kan niet worden beperkt, door zijn persoonlijkheid en hoe hij zich opstelt”, aldus de officier. Als de rechtbank hier niet in meegaat, dan zou de man als het aan de officier van justitie ligt alsnog een onvoorwaardelijke celstraf van 36 maanden moeten krijgen.