OM eist celstraf tegen man na brandstichting op Euregioweg Enschede

Het Openbaar Ministerie (OM) Oost-Nederland heeft een gevangenisstraf van dertig maanden waarvan tien voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar geëist tegen een 19-jarige man uit Delfzijl. Hij wordt verdacht van het in brand steken van een aantal coniferen aan de Euregioweg in Enschede. Die coniferen stonden vlak naast een woning, waar mensen aanwezig waren. “Een deel van de woning had reeds vlam gevat en indien dit te laat was ontdekt, waren de gevolgen veel erger geweest”, zegt de officier van justitie.

Hulpdiensten krijgen op 28 augustus 2016 aan het eind van de avond een melding binnen van de coniferenbrand, waarbij ook het aanpalende huis voor een deel vlam heeft gevat. De politie besluit direct te posten bij de toenmalige woning van de 19-jarige man, omdat hij in een onderzoek naar brandstichtingen in Enschede al als verdachte naar voren is gekomen. “Er is in de periode voorafgaand aan dit feit zeer veel onrust gerezen onder de bevolking. Dit illustreert hoezeer het veiligheidsgevoel van bewoners wordt aangetast door dergelijke branden”, stelt de officier van justitie.

De man komt op de fiets bij zijn huis in Enschede aan en agenten ontdekken dat hij twee aanstekers en een potje met licht ontvlambare vloeistof bij zich heeft. Zijn handen ruiken naar conifeer en op zijn kleding worden resten conifeer aangetroffen. Uit onderzoek blijkt vervolgens dat hij rond het tijdstip van de brandstichting op de bewuste plek van de brand op de Euregioweg is geweest.

De officier van justitie acht, mede op basis van aangetroffen WhatsApp-gesprekken op de telefoon van verdachte en de telefoon van een getuige, de brandstichting wettig en overtuigend bewezen. Daarbij heeft de verdachte zowel de woning als de mensen die in het huis aanwezig waren in gevaar gebracht. “Eén van de bewoners van het betrokken huis lag al op bed, de ander stond op het punt om te gaan slapen. Dat geeft aan dat er levensgevaar of zwaar lichamelijk letsel te duchten was”, aldus de officier.

De verdachte was 18 ten tijde van de brandstichting en thans bijna 20. Het OM vindt dat er geen reden is om jeugdstrafrecht toe te passen. “Uit onderzoek rijst het beeld op van iemand die zeer goed kan liegen en niet schroomt om een overvloed aan gelogen details erbij te slepen om er ten koste van anderen een overtuigend verhaal van te maken, als het hem goed uitkomt. Ook vindt hij het kennelijk leuk om een waar kat- en muisspel te voeren met de politie”, zegt de officier.

Als de rechtbank kiest voor de toepassing van jeugdstrafrecht, dan eist de officier 24 maanden jeugddetentie waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Deze eis past binnen het zogeheten adolescentenstrafrecht.

De rechtbank in Almelo doet over twee weken uitspraak.