Mishandeling en ontvoering: jaren cel geëist
Het is maandagavond 9 maart 2020. Vlakbij de Julianabrug in Helmond vindt een voorbijganger een ernstig gewonde man. Hij is er slecht aan toe. In het ziekenhuis moet hij worden behandeld aan botbreuken, interne bloedingen, een klaplong en verwondingen aan zijn gezicht. Vanmiddag stonden twee verdachten voor de rechter in verband met de mishandeling en ontvoering van de man. Het Openbaar Ministerie eiste een flinke gevangenisstraf tegen de hoofdverdachte.
Een paar uur voordat de man wordt gevonden, is hij nog in goede gezondheid. Hij verklaart tegen de politie een afspraak te hebben gemaakt met de hoofdverdachte. Hij dacht om iets uit te praten. Hij vertrouwde het al niet, want een dag eerder zou hij door dezelfde man zijn bedreigd. Toch gaat hij. Twee uur later wordt hij op straat aangetroffen met fors letsel. Het Openbaar Ministerie is van mening dat hij naar de woning van verdachte is gelokt. “Dat er een vooropgezet plan was om de man een lesje te leren omdat hij zich met zijn vrouw zou hebben ingelaten”, zo betoogt de officier van justitie op zitting.
Mishandeling
Eenmaal in de woning gaat het snel. Hij krijgt een klap op het hoofd, er ligt een vuurwapen klaar en er zijn twee mannen met maskers aanwezig. Of zij ook geweld hebben gebruikt, blijft onduidelijk. Aangever kan zich, door de klap op zijn hoofd, zich nog maar flarden van de mishandeling herinneren, blijkt uit zijn verklaring aan de politie. Na de mishandeling wordt de man in de kofferbak van een auto gestopt en naar een loods in de omgeving gebracht. Enige tijd later wordt hij vlakbij de Julianabrug uit de auto gezet en gevonden. De loods en de auto blijken van een kennis van de hoofdverdachte. Ook hij wordt later aangehouden en stond vandaag voor de rechter.
Bewijs
Onder meer uit telefoongegevens en verklaringen blijkt dat het slachtoffer en de verdachte elkaar die middag rond 16.45 uur ontmoeten in de woning van de verdachte aan de Astronautenlaan in Helmond. Wat er daarna gebeurt, daar lopen de verklaringen van aangever en verdachte over uiteen. De officier van justitie: “De verklaring van het slachtoffer past bij het letsel, vindt op diverse punten steun in het dossier, is kort na het gebeuren afgelegd en is consistent op de wezenlijke onderdelen. In tegenstelling tot de verklaring van de verdachte. Hij kwam niet alleen laat met zijn verhaal, maar zijn relaas is op punten onwaarschijnlijk in onze ogen.”
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf voor de duur van vier jaar tegen de hoofdverdachte. Ze vroeg voor het aandeel van de andere verdachte vrijspraak. De loods en de telefoon waren weliswaar van hem, maar het bewijs dat hij aandeel had bij de ontvoering en mishandeling, ontbreekt.