Celstraffen geëist voor schietpartij Assen
De officier: “Op 4 oktober 2023 was er een schietpartij in het Lariksbos. Het slachtoffer werd door meerdere kogels geraakt. Als de politie niet zo snel aanwezig was geweest, zou hij zijn doodgebloed. Dat hier een poging tot doodslag is gepleegd, dat staat vast.”
De twee verdachten, mannen van 22 en 28 jaar uit Assen, maken deel uit van een groep van zeven die na het incident in beeld komt bij de politie. Alle betrokkenen zijn aangehouden en voorgeleid op verdenking van een openlijk geweldsituatie, waarbij vanuit de groep zou zijn geschoten. Het leek dat er voorafgaand aan het schieten al geweld zou zijn toegepast door de groep, terwijl een groot deel van de groep bewapend naar het slachtoffer zou zijn gegaan. Maar na de getuigenverhoren bij de Rechter-Commissaris kwam er voor het OM een genuanceerder beeld naar voren. De confrontatie zou anders zijn gegaan dan aanvankelijk werd gedacht.
“De twee verdachten die vandaag terecht staan hebben toegegeven geschoten te hebben, maar pas nadat het slachtoffer met een soort machete hakkende bewegingen richting de groep maakte ”, aldus de officier.
De officier is van oordeel dat er sprake is van medeplegen door beide verdachten. Ze waren al bewapend in de auto als ze een confrontatie hebben met het slachtoffer eerder op de dag. Daarbij zou het latere slachtoffer stenen hebben gegooid naar de auto waarin de verdachten zaten. Vervolgens zoeken de verdachten, bewapend met geladen vuurwapens, wederom de confrontatie op, om, zoals een van de verdachten zegt, een oplossing te zoeken voor de schade aan de auto. Aangekomen in het Lariksbos zien ze het slachtoffer staan en de twee verdachten lopen in het kielzog van een andere man uit de groep voorop naar hem toe. De rest van de groep lijkt wat verder achter hen te staan. Het slachtoffer trekt dan al snel een machete en terwijl de voorste met de rest dan het hazenpad kiest, blijven deze twee verdachten staan. De officier: “Dat is opvallend. De rest gaat weg, maar zij niet. Ze schieten dan beiden gericht op het slachtoffer. Gelet op dit samen optrekken van begin tot eind ben ik van oordeel dat hier sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking. Dan maakt het in de uitvoering niet meer uit wie welk schot heeft gelost.”
Gelet op dit samen optrekken van begin tot eind ben ik van oordeel dat hier sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking. Dan maakt het in de uitvoering niet meer uit wie welk schot heeft gelost.
Poging tot doodslag is volgens de officier wettig en overtuigend te bewijzen. Bij de strafmaat heeft de officier meegewogen dat het schietincident werd uitgevoerd vlakbij een kinderboerderij, vlakbij een school en achter een aantal flats. Vele mensen waren hiervan getuigen. De verdachten hebben daarmee niet alleen het leven van het slachtoffer op het spel gezet, maar ook de gevoelens van veiligheid van velen ondermijnd. Ook houdt de officier rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachten.
De officier eist tegen de 28-jarige verdachte een gevangenisstraf van zes jaar en tegen de 22-jarige man een gevangenisstraf voor de duur van 54 maanden.
Over de vordering tot schadevergoeding door het slachtoffer zegt de officier: “Ik ben van oordeel dat hier sprake is van een deel eigen schuld, doordat het slachtoffer met een machete heeft staan zwaaien, nadat hij hen uitnodigde om de confrontatie aan te komen gaan. Voor wat betreft de hoogte van die eigen schuld, refereer ik me aan uw oordeel.”
De zaken van drie andere groepsleden zijn door de officier geseponeerd. De officier is van oordeel dat zij geen wezenlijke bijdrage hebben uitgeoefend met betrekking tot het geweld. In de zaken van twee Assenaren van 32 en 29 jaar eiste de officier op 25 juni jl. vrijspraak. Wat betreft het OM geldt voor beiden dat er geen sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking op dit vuurwapengeweld. De 32-jarige verdachte heeft zich afzijdig gehouden en de 29-jarige Assenaar heeft zich kort daarvoor onttrokken aan de situatie. Hun aandeel is daarmee van onvoldoende gewicht om te komen tot medeplegen van dat vuurwapengeweld.