Geen vervolging van politieambtenaren na dodelijk schietincident in Boelenslaan

In de nacht van 15 op 16 september 2021 heeft er in Boelenslaan een schietincident met dodelijke afloop plaatsgevonden. Daarbij is door drie politieambtenaren geschoten op een voertuig, waarbij de 28-jarige inzittende om het leven is gekomen.

Na een uitvoerig en langdurig onderzoek van de Rijksrecherche heeft het Openbaar Ministerie (OM) besloten om de betrokken politieambtenaren niet te vervolgen. Het OM is van mening dat zij een gerechtvaardigd beroep kunnen doen op noodweer.

Onvoorspelbaar

Voorafgaand aan het noodlottige incident heeft de politie, vanwege opvallend rijgedrag, de bestuurder van de auto tot stoppen gemaand. Dit stopteken is door de man genegeerd, waarop een achtervolging volgde. Uiteindelijk kwam op een zandweg in Boelenslaan het voertuig tot stilstand, waarna op enig moment het voertuig achteruitreed in de richting van de politieambtenaren. Uit het onderzoek is gebleken dat een kogel uit het vuurwapen van één politieambtenaar dodelijk was.

Fractie van een seconde

Zowel het handelen van het slachtoffer als het handelen van de twee politieambtenaren - die mis hebben geschoten - kan worden gekwalificeerd als een poging doodslag, dan wel (een poging tot) het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel. Het handelen van de politieambtenaar die het dodelijk schot heeft gelost kan worden gezien als doodslag. Van vervolging kan worden afgezien als er sprake is van noodweer.

De politieambtenaren hebben in een fractie van een seconde moeten beslissen om al dan niet te schieten. Zij hebben daartoe besloten omdat zij constateerden dat het voertuig achteruit in hun richting reed, wetende dat daarvoor de bestuurder al zeer onvoorspelbaar (rij)gedrag vertoonde. Daardoor vreesden zij voor hun eigen veiligheid en die van hun collega’s.

Nadat het voertuig achteruit reed is deze kort daarna vooruitgereden en in een greppel tot stilstand gekomen. Uit het onderzoek blijkt dat het slachtoffer toen al was overleden.

Geen uitsluitsel

Helaas heeft het onderzoek geen uitsluitsel kunnen geven over het exacte moment waarop het dodelijk schot is afgevuurd. Ook is niet duidelijk geworden of het zetten van de auto in z’n vooruit een bewuste handeling van het slachtoffer is geweest. Zowel de beelden, het sectierapport als een reconstructie door het NFI geven daarover geen duidelijkheid.

Dat betekent dat niet kan worden vastgesteld of de dodelijke kogel is afgevuurd op het moment dat de auto achteruitreed, stilstond of vooruitreed. Wel staat vast dat er is geschoten in een tijdsbestek van vijf seconden, waarbij de eerste schoten zijn gelost op het moment dat het voertuig achteruit op de politieambtenaren inreed.

Op basis van alle feiten en omstandigheden vindt het OM dat er sprake is van een noodweersituatie waarbij de politieambtenaren gerechtvaardigd gebruik hebben gemaakt van het dienstwapen.

Verliezers

Wat er ook precies is gebeurd, feit is dat dit tragische incident enkel en alleen verliezers kent. Een 28-jarige man heeft zijn leven verloren. Zijn familie en vrienden moeten verder leven zonder hem, met in het achterhoofd de gedachte dat nooit helemaal duidelijk zal worden wanneer de dodelijke kogel hem heeft geraakt. Ook een politieambtenaar moet leven met de gedachte dat hij tijdens zijn werk, door het gebruik van zijn dienstwapen, iemand heeft doodgeschoten.

Daarnaast hebben alle betrokkenen lang in onzekerheid verkeerd, omdat het onderzoek een kleine twee jaar heeft geduurd. Dat heeft mede te maken met het feit dat er nog aanvullend onderzoek heeft plaatsgevonden, om te proberen alle details in deze zaak boven water te krijgen. Helaas is dat dus niet gelukt.

De nabestaanden hebben de mogelijkheid een artikel 12 Sv.-klacht in te dienen bij het gerechtshof in Leeuwarden, indien zij het niet eens zijn met deze beslissing van het OM.