OM eist celstraf voor hulp bij zelfdoding op Ameland
Het OM eist twaalf maanden gevangenisstraf waarvan negen maanden voorwaardelijk tegen een 45-jarige man van Ameland die ervan wordt verdacht dat hij in augustus 2020 opzettelijk behulpzaam is geweest bij de zelfdoding van een vrouw in Middelstum. Hij zou haar hiertoe goederen hebben verstrekt, zoals een gasfles met stikstof, een bijbehorende luchtslang en een plastic zak.
Hulp bij zelfdoding is strafbaar. Alleen als een arts het uitvoert onder de regels van de euthanasiewet is het toegelaten.
Zelfdoding
Op 23 augustus 2020 wordt de vrouw overleden aangetroffen in haar woning. Een vriend had haar al enige tijd niet gezien en vermoedde zelfdoding. Schouw en tactisch onderzoek wees op vermoedelijke zelfdoding.
Op dinsdag 25 augustus 2020 wordt de moeder van de overleden vrouw op Facebook benaderd door een man die vertelt dat hij op vrijdag 21 augustus bij de laatste momenten van de vrouw aanwezig is geweest. Ook verklaart hij dat hij alle spullen die nodig waren voor de zelfdoding had geregeld. De moeder meldt dit bij de politie die een onderzoek startte naar hulp bij zelfdoding.
“Een niet-medicus zoals verdachte kan die inschatting niet maken, omdat die niet in staat wordt geacht om te beoordelen of er inderdaad sprake is van uitzichtloos lijden.”
Strafbaar handelen
Er kan worden vastgesteld dat verdachte de persoon achter de berichten aan moeder is. Uit het onderzoek blijkt ook dat de overleden vrouw en verdachte elkaar ontmoetten via een datingapp, enkele maanden voor haar dood. Zij spraken elkaar over haar psychische klachten. Verdachte is verhoord en ontkent haar te hebben geholpen, maar noemt ook meerdere keren dat hij geen openheid kan geven omdat hij niet weet wat wel en niet strafbaar is.
Volgens het OM miskent verdachte de strafbaarheid van zijn handelen. Verdachte lijkt van mening dat zijn handelen moreel gezien gerechtvaardigd was, omdat dit was ingestoken vanuit de wil om de vrouw bij te staan. “Ik heb geen reden om eraan te twijfelen dat verdachte meent te hebben gehandeld uit mededogen. Hulp bij zelfdoding is echter strafbaar om goede redenen”, aldus de officier.
Uitzichtloos en ondraaglijk
Een belangrijke zorgvuldigheidseis voor een arts is dat is vastgesteld dat het gaat om uitzichtloos en ondragelijk lijden van de patiënt en dat arts en patiënt tot de overtuiging gekomen zijn dat er geen redelijke andere oplossing is. De officier: “Een niet-medicus zoals verdachte kan die inschatting niet maken, omdat die niet in staat wordt geacht om te beoordelen of er inderdaad sprake is van uitzichtloos lijden.”
De officier vervolgt: “De wetgever heeft ervoor gekozen om hulp bij zelfdoding als misdrijf strafbaar te stellen, en heeft daaraan een strafmaximum van 3 jaren gevangenisstraf gehecht. Een gevangenisstraf is wat mij betreft ook een passende strafrechtelijke reactie op dit feit, gelet op het zwaarwegende belang van de bescherming van het menselijk leven. Naar de samenleving moet duidelijk worden gemaakt dat een ieder die overweegt om een ander buiten de wettelijke kaders strafbare hulp bij zelfdoding te verlenen dit niet straffeloos kan doen. Ook al gebeurt dit met goede bedoelingen.”
Recidive
Omdat verdachte de ernst van zijn handelen niet lijkt in te kunnen schatten vindt de officier een voorwaardelijk strafdeel aan de orde. “Ter voorkoming van recidive in het geval dat hij wederom een kwetsbaar persoon zal tegenkomen in de maatschappij of op het internet.”