Zestien jaar cel geëist wegens poging tot moord pal voor treinstation Leeuwarden
Wegens poging tot moord heeft het Openbaar Ministerie Noord-Nederland zojuist bij de rechtbank in Leeuwarden een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist van zestien jaren tegen een 39-jarige verdachte, die op vrijdag 19 juni vorig jaar – op klaarlichte dag – in Leeuwarden het slachtoffer 22 keer stak met een groot mes.
Het slachtoffer werd geraakt in zijn hoofd, gezicht, borst, buik, arm, hand en schouder.
Het heftige incident voltrok zich pal voor het treinstation in Leeuwarden, waardoor tientallen omstanders getuige waren van de steekpartij. “Het incident vond plaats zonder enige aanleiding, althans zo leek het voor de getuigen, en ook het slachtoffer had geen idee wat hem te wachten stond, toen hij naar het station reed om met verdachte kennis te maken. Er ging geen ruzie aan vooraf, er werd niet geschreeuwd of gedreigd”, aldus de officier ter zitting.
Schokkende beelden
“Verdachte en het slachtoffer ontmoetten elkaar voor het eerst en nog voordat er gesproken werd, werd het slachtoffer in zijn auto met een mes gestoken en vervolgens nogmaals meermalen naast de auto. Getuigen hebben het gezien en gefilmd. Verdachte vluchtte niet, maar trok zijn shirt uit en gaf zichzelf over aan de politie. Een bizarre gebeurtenis waarover veel gesproken en geschreven is in de media. Mensen zijn geconfronteerd met de ronduit schokkende beelden.”
Ook al kon de verdachte ter plekke worden aangehouden werd direct een grootschalig onderzoek – een zogeheten TGO – opgestart door de recherche. “De reden hiervoor was de context van deze zaak, namelijk de vraag of hier sprake was van een aanslag met een politiek motief”, aldus de officier.
Eenzaam
Zowel de verdachte als het slachtoffer zijn afkomstig uit Iran. Het onderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd dat de verdachte handelde uit politieke motieven of in opdracht van een derde partij.
Het slachtoffer en de vader van de verdachte waren vroeger klasgenoten in Iran. De vader vroeg het slachtoffer of hij contact wilde opnemen met zijn zoon, die in Nederland was voor studie en eenzaam zou zijn. Hij hoopte dat zijn zoon opgenomen kon worden in het sociale netwerk van het uiteindelijke slachtoffer. De dag voor het incident spraken ze telefonisch af dat verdachte per trein naar Leeuwarden zou komen.
Groot mes
“Toen verdachte met de trein aankwam op het station in Leeuwarden stond het slachtoffer op de taxistandplaats op hem te wachten. Verdachte stapte niet in, maar zette zijn knie op de bijrijderstoel en bood een bosje bloemen aan. Hij liet de bloemen vallen en bleek een groot mes in zijn handen te hebben waarmee hij begon te steken”, aldus de officier.
Daarna liep hij om de auto heen en stak opnieuw in op het zwaargewonde slachtoffer, die half uit de auto hing. Uit camerabeelden blijkt dat hij weg loopt, om terug te keren en opnieuw in te steken op het slachtoffer. Het steekgeweld was zo heftig dat het mes meermalen afbrak tijdens het incident. Dat het slachtoffer de steekpartij overleefde mag een wonder heten.
“In het dossier bevinden zich tientallen getuigenverklaringen van ooggetuigen die op het stationsplein aanwezig waren. Zij hebben gezien dat verdachte met ontbloot bovenlijf naar het slachtoffer liep die half in zijn auto zat/hing en meerdere stekende bewegingen maakte met een mes, vervolgens wegliep, het mes liet vallen, het mes oppakte en nogmaals naar het inmiddels gewonde slachtoffer liep om nog een keer hard op het slachtoffer in te steken”, aldus de officier.
Dreiging
Het slachtoffer was voorzitter van de Koerdische Democratische Partij Iran (KPDI) in Europa. Deze partij is verboden in Iran. Er zijn in het verleden in Europa aanslagen geweest op personen die betrokken waren bij deze partij. Het slachtoffer is in Iran leider geweest van Koerdische strijders tegen de Iraanse regering en om die reden is het slachtoffer, ook in Nederland, bedreigd en gewaarschuwd door de Koerdische inlichtingendiensten over dreiging in zijn richting.
Het slachtoffer en zijn familie stellen dat de steekpartij een georganiseerde aanslag was, in opdracht van de Iraanse regering. Het slachtoffer zou op een dodenlijst staan. Een aantal mensen op deze lijst is geëxecuteerd. Verdachte zou een huurmoordenaar zijn die vanuit Iran naar Nederland is gekomen om het slachtoffer te vermoorden.
Geen bewijs politiek motief
Op grond van het dossier is niet vast komen te staan dat verdachte handelde in opdracht van de Iraanse regering. Er is onderzoek gedaan naar de contacten van verdachte en de financiële situatie van verdachte. Ook daar zijn gaan aanwijzingen gevonden voor betalingen in verband met het plegen van de aanslag.
“Noch uit de verklaring van verdachte, noch uit verklaringen van getuigen of nader onderzoek blijkt dat er sprake is geweest van een opdracht tot het plegen van de aanslag dan wel dat verdachte naar Nederland is gekomen om het slachtoffer te vermoorden. Conclusie: op grond van het dossier is niet vast komen te staan dat verdachte handelde in opdracht van de Iraanse regering”, aldus de officier ter zitting.
Verdachte ontkent zelf dat er sprake is van een politiek motief. Hij legde aanvankelijk wel een verklaring af over wat zijn motief zou zijn geweest – en dat zou een persoonlijk motief zijn – maar trok die later in. Familieleden van de verdachte stellen dat de verdachte al vele jaren kampt met zeer ernstige psychische problemen.
Verklaring en gedrag van verdachte
In zijn eerste verklaring stelt verdachte dat het slachtoffer verantwoordelijk is voor een reeks gebeurtenissen en dat hij hem haat met heel zijn wezen. Verdachte verklaart gedetailleerd over de voorbereiding van de aanslag en het motief. Hij heeft geen spijt van zijn handelen en stelt heel helder dat het slachtoffer dood moest.
In zijn verhoor in februari 2021 stelt verdachte dat het psychisch beter met hem gaat. Dat het een aantal maanden geleden slecht met hem ging. Hij geeft in dat verhoor aan dat hij het slachtoffer niet persoonlijk verantwoordelijk kan houden en dat het fout is wat hij heeft gedaan. Hij stelt dat hij ten gevolge van psychische problemen het slachtoffer heeft neergestoken.
Paranoïde gedrag
Verdachte heeft verschillende opleidingen gevolgd. Hij heeft in Roemenië, Hongarije, Irak en Australië gewoond. Verdachte is in maart 2020 naar Nederland gekomen om mee te werken aan een promotieonderzoek aan de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Familieleden van de verdachte verklaren dat de verdachte tijdens eerdere verblijven in het buitenland psychisch verward raakte en eerder paranoïde gedrag vertoonde.
“Een familielid verklaart dat de verdachte tijdens eerdere verblijven in het buitenland geestelijk in de problemen kwam. Hij dacht dat mensen hem wilden vermoorden en werd achterdochtig. Hij is om die reden een paar keer teruggehaald naar Iran”, aldus de officier. Twee ooms verklaren dat de verdachte verward en paranoïde gedrag vertoonde.
Een psychiater oordeelde augustus vorig jaar dat hij geen aanwijzingen vond dat verdachte lijdt aan een psychiatrische stoornis. Desondanks is de verdachte geobserveerd in het PBC. De verdachte heeft ook meegewerkt aan het onderzoek. Maar ook daar is echter geen diagnose gesteld.
Diffuus beeld
“Het onderzoek naar de persoon van verdachte laat een diffuus beeld zien”, aldus de officier ter zitting. “Er zijn aanwijzingen dat verdachte periodiek last heeft van psychische problematiek. Dit blijkt uit de verklaringen van getuigen en uit de eigen verklaring van verdachte. Echter, op basis van de rapportages en gehoord de getuigen deskundigen kan niet worden vastgesteld dat er sprake is van een psychische stoornis, verstandelijke handicap dan wel een psychogeriatrische aandoening.”
PBC-rapport
De PBC-rapporteurs geven aan dat de informatie omtrent de levensloop van verdachte niet volledig is en bovendien niet objectief te toetsen is. “Het testonderzoek is onvolledig, omdat verdachte op de non verbale intelligentietest een score behaalt die past bij zwakbegaafdheid. Dit is niet in overeenstemming met zijn vooropleiding. Tenslotte heeft het delict mogelijk plaatsgevonden binnen een politieke context, die de onderzoekers niet kunnen overzien”, aldus de officier op zitting.
In het PBC-rapport wordt opgemerkt dat het voorstelbaar is dat betrokkene onder druk (presteren in het promotieonderzoek) paranoïde betrekkingsideeën heeft ontwikkeld, hetzij vanuit een eerder bestaande psychotische kwetsbaarheid, hetzij vanuit persoonlijkheidsproblematiek, en dat deze betrekkingsideeën tenslotte in een full blown waan culmineerden. Dat de verdachte een psychiatrisch beeld zou simuleren lijkt de onderzoekers niet waarschijnlijk.
Lange celstraf geboden
“De familie van het slachtoffer is ervan overtuigd dat verdachte heeft gehandeld in opdracht van het Iraanse regime. Zoals aangegeven is hiervan niet gebleken in het onderzoek. Heeft verdachte gehandeld onder invloed van een psychische stoornis? Hiervoor zijn wel aanwijzingen, maar hierover kunnen de gedragsdeskundigen geen uitsluitsel geven”, aldus de officier.
De officier acht een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. “Een poging moord vanuit een vooropgezet plan. Dat plan is op een gruwelijke wijze uitgevoerd door middel van een slachtpartij waarbij 22 keer is ingehakt op het slachtoffer. Een slachtoffer dat verdachte niet kende. Een slachtoffer dat op verzoek van een oude schoolvriend zich ontfermde over zijn eenzame zoon.”