Voorwaardelijke werkstraf voor veroorzaken aanvaring met brug
Het Openbaar Ministerie Noord Nederland heeft vanmiddag bij de politierechter in Groningen een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro geëist tegen de brugwachter die door een bedieningsfout de aanvaring veroorzaakte van een vrachtschip met de Paddepoelsterbrug in Groningen. De rechter gaf de verdachte een werkstraf van veertig uur voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar. Volgens de rechtbank was er sprake van aanmerkelijke onoplettendheid. Verdachte en OM gaan niet in hoger beroep.
Motorvrachtschip Andamento voer in de middag van 26 september 2018 op het Van Starkenborghkanaal uit de richting van Gaarkeuken, in de richting van Groningen. De schipper had om opening van de Paddepoelsterbrug verzocht aan de Post Oostersluis. Deze brug wordt van daaruit op afstand bediend. Na opening van de brug voer het schip met een snelheid van ongeveer 10 kilometer per uur richting de opening van de brug.
Brug van fundering
Kort vóórdat het schip de opening van de brug had bereikt, ging plotseling de brug dicht. De schipper kon niet meer op tijd afstoppen en voer tegen de sluitende brug waardoor de brug van zijn fundering werd geduwd en in het water terecht kwam. Het schip had flinke schade aan het voorschip.
De verdachte bediende de Paddepoelsterbrug en de Gerrit Krolbrug gelijktijdig. Hij meende dat hij de Gerrit Krolbrug sloot, maar klikte verkeerd op zijn beeldscherm en sloot de Paddepoelsterbrug, waar op dat moment net de Andamento passeerde. De verdachte is al 23 jaar in dienst bij de provincie en heeft nog nooit een incident gehad, aldus de officier: “Verdachte sloot bij vergissing de verkeerde brug. Op de camerabeelden van de Paddepoelsterbrug was op het moment van sluiten van de brug duidelijk zichtbaar dat de Andamento nog in aantocht was.”
Brug nog altijd niet hersteld
De gevolgen waren groot. “Het schip raakte zwaar beschadigd, de Paddepoelsterbrug is uit zijn krans gelicht en belandde in het kanaal. De brug is tot op heden nog niet hersteld. Dit houdt nog altijd de gemoederen flink bezig”, aldus de officier.
Het strafmaximum bedraagt 6 maanden gevangenisstraf en een boete van de vierde categorie (maximaal € 20.750,=). “Voor dergelijke strafbare feiten bestaan geen richtlijnen. Dit soort gebeurtenissen komen gelukkig weinig voor. In de jurisprudentie zijn dus geen aanknopingspunten te vinden. De op te leggen straf dient de ernst van de gevolgen te weerspiegelen, als ook aan te sluiten bij de mate van verwijtbaarheid in dit specifieke geval. Vrees voor herhaling is niet aan de orde”, aldus de officier.