10 jaar cel geëist voor doodslag op Sharleyne uit Hoogeveen
Het Openbaar Ministerie eist 10 jaar gevangenisstraf tegen een 38-jarige verdachte voor doodslag op haar destijds 8-jarige dochter Sharleyne. Volgens de officier van justitie heeft verdachte eerst haar dochter verwurgd en daarna, terwijl Sharleyne nog leefde, haar over de reling vanaf de tiende verdieping naar beneden gegooid. Waardoor Sharleyne uiteindelijk is overleden.
Voorgeschiedenis
De 38-jarige vrouw wordt ervan verdacht dat ze op 8 juni 2015 haar toen 8-jarige dochter om het leven heeft gebracht in Hoogeveen. De vrouw werd destijds als verdachte gehoord maar nadat het tactisch- en forensisch onderzoek was afgerond, besloot het Openbaar Ministerie dat er onvoldoende argumenten waren om strafvervolging tegen haar in te stellen. De zaak werd geseponeerd op basis van onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De vader van Sharleyne was het hier niet mee eens en startte met succes een procedure (art.12 Sv) bij het Gerechtshof. Dat gaf het Openbaar Ministerie de opdracht om verdachte alsnog te vervolgen voor moord dan wel doodslag of de medeplichtigheid daaraan. De officier van justitie gaf op zitting aan, dat dankzij de vastberadenheid van vader en zijn advocaten, de zaak vandaag op zitting staat.
‘Hier staat nu een Openbaar Ministerie dat met de stukken uit het oude dossier en het nieuw verkregen bewijs van oordeel is dat het tot een veroordeling moet komen van de verdachte.’
Levensdelict
De officier van justitie stelde op zitting de vraag. Hoe heeft het meisje kunnen vallen, wat is er gebeurd? Anders geformuleerd welke scenario’s kunnen aan de orde zijn rondom de tragische dood van het meisje? Deze vraag werd steeds belangrijker omdat de verdachte zich op haar zwijgrecht beroept. Ook waren er geen directe getuigen die hebben gezien of gehoord wat er was gebeurd. De verdachte ontkent haar dochter om het leven gebracht te hebben. Volgens de officier van justitie zijn de scenario’s ongeluk of zelfdoding niet aannemelijk en stelt dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs is voor een levensdelict. De officier van justitie concludeert dit op basis van het forensische bewijs in combinatie met het feit dat uit onderzoek is gebleken dat de andere scenario’s hoogst onwaarschijnlijk zijn.
Bewijs tegen verdachte
De officier van justitie vindt dat er voldoende bewijs is dat verdachte het levensdelict heeft gepleegd. Verdachte en haar dochter waren alleen in de woning, er zijn geen aanwijzingen voor de betrokkenheid van een derde. Een getuige verklaart dat kort voor de val verdachte met haar dochter in gesprek was. Daarna volgt een harde bons en geluid bij de reling. Er wordt geen geschreeuw gehoord hetgeen zou kunnen passen bij verwurging. Getuigen zien verdachte kort na de val op de galerij. Daarna vertoont ze bijzonder gedrag. Verdachte had last van oplopende spanningen en was onder invloed van een behoorlijke hoeveelheid alcohol. En er waren zorgen over de manier hoe verdachte met de opvoeding van haar dochter omging, een ondertoezichtstelling dreigde.
Doodslag
Naar mening van de officier van justitie is er geen bewijs voor moord. Er kan niet worden gesteld dat verdachte al het vooropgezette plan had om het meisje om het leven te brengen. Het verwurgen kan met een ander doel zijn geweest, bijvoorbeeld om haar stil te krijgen. De officier zegt hierover: ‘we weten het niet, ook omdat degene die het wel weet, de verdachte, al die tijd niets heeft verklaard.’ Het gooien over de reling dient gekwalificeerd te worden als doodslag, een uiterst ernstig delict.
Toerekeningsvatbaarheid
De verdachte heeft meegewerkt aan persoonlijkheidsonderzoeken. Ze heeft antwoorden gegeven op alle vragen met uitzondering van vragen die zien op de verdenking. De onderzoeken geven een zorgelijk beeld van een vrouw die kwetsbaar is en een beperkte draagkracht heeft. Onder druk went ze zich tot alcohol waardoor zij agressief wordt. Vaak liet zij haar dochter aan haar lot over. Het gedrag van verdachte kende dan ook diverse momenten waarop het belang van het meisje niet op de voorgrond stond en moest wijken voor dat van verdachte. De bewuste nacht was verdachte ook zwaar onder invloed van alcohol. De aanleiding hiervoor waren oplopende spanningen bij de verdachte. Op basis van onderzoek wordt verdachte volledig toerekeningsvatbaar verklaard.
Strafeis
Het Openbaar Ministerie is van mening dat een gevangenisstraf van lange duur moet worden opgelegd aan de verdachte. Die recht doet aan de ernst van de feiten en de persoon van de verdachte. Die rekening houdt met het niet te beschrijven leed wat verdachte heeft toegebracht aan de nabestaanden maar bovenal die rekening houdt met het feit dat verdachte een jong meisje in de bloei van haar leven heeft verwoest. Een straf waarin bovendien wordt meegenomen dat verdachte tot op de dag van vandaag geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor haar daad.
De officier van justitie komt tot een strafeis van 10 jaar gevangenisstraf voor het plegen van doodslag. De vordering van de vader van Sharleyne wordt toegewezen tot een bedrag van €30.000, -
De rechtbank doet over drie weken uitspraak.