Tien maanden jeugddetentie en voorwaardelijke PIJ geëist
De officier van justitie van het Openbaar Ministerie Noord-Holland (OM) heeft vandaag tien maanden jeugddetentie en een voorwaardelijke PIJ-maatregel geëist tegen twee minderjarige verdachten. Het OM acht bewezen dat zij op 16 december vorig jaar in Hoofddorp samen een diefstal met geweld hebben gepleegd, waarbij het 64-jarige slachtoffer door messteken om het leven is gekomen. De zitting is vanwege de leeftijd van verdachten achter gesloten deuren behandeld. Het OM volstaat daarom met een korte toelichting op de strafeis.
Leeftijd verdachten
Beide verdachten wordt verweten dat zij samen een diefstal met geweld hebben gepleegd, waarbij het slachtoffer na een worsteling door messteken is overleden. Voor het verwijt maakt het niet uit wie heeft gestoken en hoe vaak is gestoken. Omdat beide verdachten 15 jaar oud waren toen zij dit feit pleegden, kan aan hen maximaal 12 maanden jeugddetentie worden opgelegd.
Risico
Verdachten hebben verklaard het vreselijke gevolg van hun gezamenlijk handelen niet te hebben gewild. Dat risico werd door hen onvoldoende gezien, maar het was er wel. De officier van justitie zei daarover tijdens de zitting: ‘’Als je een groot, scherp mes meeneemt bij een beroving, al is het om mee te dreigen, is er een enorm risico dat je dat mes ook op een andere manier gaat gebruiken: om mee te steken. Met alle gevolgen van dien.’’
Toelichting eis
Vanwege de aard en de ernst van het feit vindt het OM daarom een onvoorwaardelijke jeugddetentie van tien maanden passend. Maar het OM wil ook dat de ontwikkeling van deze jonge verdachten wordt gestimuleerd, zodat zij straks, als jongvolwassenen, op een positieve manier kunnen bijdragen aan de samenleving. Daarom eist het OM naast celstraf een voorwaardelijke PIJ-maatregel, waarbij verdachten zich aan bijzondere voorwaarden moeten houden, zoals geadviseerd door de Raad voor de Kinderbescherming. Ook vindt het OM dat verdachten schadevergoeding moeten betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer.
Het OM vindt dat met deze strafeis zo veel mogelijk recht wordt gedaan aan wat er is gebeurd. De rechtbank sluit op 3 juli het onderzoek en zal naar verwachting over twee weken in het openbaar uitspraak doen.