Drie keer zestien jaar cel geëist voor poging liquidatie in Zeewolde
Het Openbaar Ministerie heeft gevangenisstraffen van zestien jaar geëist tegen drie mannen van 28, 32 en 37 jaar oud. Ze worden verdacht van poging moord in Zeewolde. Een motief voor de beoogde liquidatie is niet duidelijk geworden.
Het is even na 12 uur ’s middags als op 5 oktober 2021 in het winkelcentrum van Zeewolde plotseling met een automatisch vuurwapen geschoten wordt. Een man wordt geraakt en loopt verwondingen aan zijn benen en arm op. Getuigen zien dat de schutter achterop een rode motor stapt en wegvlucht. De gewonde man wordt naar het ziekenhuis gebracht. Wat volgt is een omvangrijk onderzoek door de politie. Dankzij onder meer getuigenverklaringen en camerabeelden op diverse plaatsen langs de vluchtroute, worden onder meer de motor, het vuurwapen, een helm en deels verbrande kleding van de schutter teruggevonden in Lelystad.
Bewijs
DNA-sporen en onderzoek naar onder andere camerabeelden, pintransacties en verklaringen leiden op 30 november 2021 tot de aanhouding van twee verdachten. Onderzoek naar hun telefoons levert waardevolle aanvullende informatie op. Op 18 januari 2022 wordt de derde verdachte aangehouden.
Het onderzoeksdossier bevat in de visie van het Openbaar Ministerie divers bewijs tegen de verdachten. Zo zijn er onder andere belastende DNA-sporen, camerabeelden, berichtenverkeer, verklaringen en beeldmateriaal op in beslag genomen telefoons. Ook plaatst een uitgebreide analyse van telecom- en locatiegegevens en pintransacties verdachten op cruciale momenten in de tijdlijn van het misdrijf en de gebeurtenissen eromheen. Daarnaast zijn er de verklaringen van een getuige die zich meldde in een andere strafzaak waar de 28-jarige man verdachte in is. Dit gebeurde toen het onderzoek in de Zeewolder zaak zo goed als afgerond was. Zijn verklaringen over de gebeurtenissen op 5 oktober 2021 in Zeewolde passen naadloos bij het door het OM gepresenteerde scenario.
Nauwe samenwerking
Al met al vindt het Openbaar Ministerie dat het wettig en overtuigend bewezen is dat de 37-jarige verdachte verantwoordelijk is voor het daadwerkelijke schieten, terwijl de 32-jarige de motor bestuurd heeft. De 28-jarige man wordt gezien als de faciliteerder. Hij leverde onder meer het vuurwapen en regelde dat het slachtoffer op het juiste moment op de betreffende plek was. De drie hebben dermate nauw samengewerkt in de voorbereiding en de uitvoering dat ze in dezelfde mate verantwoordelijk moeten worden gehouden.
Het staat als een paal boven water dat het schieten met een automatisch wapen op een persoon in een dorpscentrum op klaarlichte dag bijzonder ernstig is. Niet alleen was het risico op een dodelijke afloop voor het slachtoffer aanzienlijk, ook liepen toevallige passanten de kans dodelijk geraakt te worden of gewond te raken. Dit is voor de verdachten geen reden geweest om van hun plan af te zien. Ze hebben gemeend zwaar geweld te moeten plegen ten behoeve van hun eigen belangen. Wat betreft het motief voor het geweld is niet meer duidelijk geworden dan dat het ziet op een conflict binnen de Poolse gemeenschap. Zowel de verdachten als het slachtoffer zijn afkomstig uit Polen.
Drie keer zestien jaar
Alles afwegend komt de officier van justitie tot strafeisen van drie keer zestien jaar. Wat betreft de 32-jarige man is als strafverzwarend meegewogen dat hij ook terecht stond voor onder andere drie diefstallen en gevaarlijk rijgedrag voorafgaand aan zijn aanhouding. Tegelijkertijd geldt als strafverlagend dat hij tijdens het onderzoek en ook op zitting verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen op 5 oktober 2021.
Woensdag 20 december wordt de inhoudelijke behandeling voortgezet. De rechtbank zal op 29 januari 2024 uitspraak doen.