Zittingen ram- en plofkraken

De komende weken wordt in de rechtbank Midden-Nederland een aantal plofkraakzaken behandeld. Op maandag 8 oktober begint de behandeling van een zaak met zeven verdachten; op 12 oktober een zaak met vijf verdachten.

De zeven verdachten worden in wisselende samenstelling verantwoordelijk gehouden voor vier ramkraken, een poging daartoe, een kraak met een thermische lans en een poging daartoe, negen plofkraken en een poging daartoe. Steeds op geldautomaten van de ING in filialen van de Albert Heijn. Andere feiten op de tenlasteleggingen betreffen onder meer heling van auto’s, oplichting van een verzekeringsmaatschappij en het doen van een valse aangifte van diefstal van een auto. De verdachten wordt verweten een criminele organisatie te vormen gericht op het stelen van auto’s en het uitvoeren van plofkraken. De verdachten komen uit Utrecht, Nieuwegein en IJsselstein en zijn in de leeftijd van 28 tot 44 jaar oud.

De zitting op maandag 8 oktober start met alle zeven verdachten. Op maandagmiddag wordt de zaak tegen één verdachte behandeld. Op dinsdag 9 en woensdag 10 oktober worden telkens de zaken van drie verdachten afgedaan. Op donderdag 11 oktober zal de officier van justitie naar verwachting zijn requisitoir houden. De week erop is gereserveerd voor de pleidooien van de advocaten. Formeel wordt het onderzoek gesloten op 6 december. Op 20 december zal de rechtbank naar verwachting uitspraak doen.

Voor de zaak tegen de vijf verdachten zijn vooralsnog twee zittingsdagen uitgetrokken, vrijdag 12 en vrijdag 19 oktober. Het is niet uitgesloten dat er nog een derde zittingsdag komt. Op vrijdag 12 zullen eerst twee getuigen op zitting worden gehoord en zullen vervolgens de feiten worden behandeld; het requisitoir zal naar verwachting worden uitgesproken op vrijdag 19 oktober, gevolgd door het pleidooi. De vijf mannen worden verdacht plofkraken te hebben gepleegd in 2017 in Emsdetten, Rheine en Wesel in Duitsland. Daarnaast worden ze verdacht van heling van auto’s en kentekenplaten en wapenbezit. Twee van de vijf wordt ook deelname aan een criminele organisatie ten laste gelegd. Deze vijf verdachten zijn ook deels afkomstig uit Utrecht en zijn 26 tot 31 jaar oud.

De behandeling van een derde zaak met vier verdachten wordt voortgezet op 27 november. In deze zaak gaat het om onder meer om een plofkraak op een geldautomaat in een filiaal van de Albert Heijn in Druten. De vier zijn afkomstig uit Utrecht en 24 tot 31 jaar oud.

Plofkraken worden gezien als een vorm van zware criminaliteit, veelal gepleegd door groepen relatief jonge mannen. De methoden zijn door de jaren heen gewelddadiger geworden. Door beveiligingsmaatregelen van banken wordt er steeds minder buit gemaakt en hebben veel daders hun ‘werkterrein’ verlegd. Plofkraken is ook een vorm van ondermijnende criminaliteit. De buit wordt witgewassen, de daders maken gebruik van bedrijven in de bovenwereld zoals autobedrijven en de daden hebben een aantrekkende werking op jonge jongens.

De schade bij plofkraken is enorm, net als het gevaar en de schrik voor omwonenden. Ook op ondernemers, winkelpersoneel en winkelend publiek heeft het een enorme impact.  Gezien de ernstige gevolgen heeft het Openbaar Ministerie met ingang van 1 mei de strafeis voor plofkraken verhoogd van 12 naar 24 maanden als er in het getroffen gebouw  geen woningen zijn. Voor een plofkraak op een gebouw waar mensen wonen, is de strafeis verhoogd van 15 naar 48 maanden.