Gevangenisstraffen tot zeven jaar geëist voor illegale wapenhandel

Tegen de hoofdverdachte in een onderzoek naar illegale wapenhandel – een 48- jarige man uit Almere - heeft het Openbaar Ministerie vandaag voor de rechtbank in Utrecht zeven jaar gevangenisstraf geëist. Twee medeverdachten uit Amsterdam en Amersfoort krijgen als het aan de officier van justitie ligt twee jaar onvoorwaardelijk gevangenisstraf. Tegen een man en een vrouw uit Almere met een beperktere rol werd respectievelijk twee jaar cel waarvan één jaar voorwaardelijk en een taakstraf van 180 uur geëist, terwijl voor een zesde verdachte vrijspraak werd gevraagd. Een zevende verdachte hoort de strafeis komende maandag.

De vier mannen en twee vrouwen worden ervan verdacht een criminele organisatie te hebben gevormd met als hoofddoel illegaal in vuurwapens te handelen. Nadat de politie tips ontving over deze handel werd onder leiding van het Openbaar Ministerie een onderzoek gestart. Tijdens dit onderzoek werd duidelijk dat de verdachten vanuit de Verenigde Staten en Oostenrijk onderdelen van vuurwapens verstuurden of lieten versturen naar verschillende adressen in Nederland.

Bij huiszoekingen in  november en december 2016 in Almere, Amsterdam, Amersfoort en in Polen trof de politie onder meer zes handvuurwapens, een jachtgeweer, een pistoolmitrailleur, tientallen patronen en diverse wapenonderdelen aan. In diezelfde periode werden de zeven verdachten aangehouden. Aan de hand van onder meer afgeluisterde gesprekken, diverse getuigenissen, in beslag genomen administratie en DNA-sporen komt het Openbaar Ministerie tot de verdenking. Zes van de verdachten hebben in de visie van het Openbaar Ministerie in wisselende samenstelling nauw samengewerkt bij het in delen importeren, verhandelen en bezitten van zeker 75 samengestelde Glock handvuurwapens en een niet bekend aantal handgranaten en patronen. Dit gebeurde onder leiding van de hoofdverdachte die een coördinerende rol had. Bij de doorzoekingen is ook een beperkte hoeveelheid drugs aangetroffen. Een aantal verdachten is daarom ook drugsbezit ten laste gelegd.

Hoewel niet bekend is waar alle verhandelde wapens terecht zijn gekomen, kan het niet anders dan dat minimaal een deel ervan in handen van criminelen is gevallen. Dit maakt duidelijk waarom de zaak hoog opgenomen wordt door het Openbaar Ministerie. “Vuurwapengeweld kan alleen bestaan bij de gratie van leveranciers van vuurwapens”, aldus de officier van justitie. Relevante restinformatie uit het onderzoek wordt gebruikt voor het opsporen van in omloop zijnde vuurwapens.

De rechtszaak loopt naar verwachting door tot en met maandag 19 februari. De rechtbank meldt bij sluiting van het onderzoek wanneer er uitspraak zal worden gedaan.