Celstraf en behandeling geëist voor bedreigen agenten in Loosdrecht
Het Openbaar Ministerie heeft vandaag een gevangenisstraf en een behandeling geëist tegen een 41-jarige man uit Wijdemeren voor bedreiging van een aantal agenten op 16 augustus van dit jaar in Loosdrecht. Hij gaf op de zitting aan doodgeschoten te willen worden door de agenten.
Rond half één die nacht maakte de man in zijn woning in de Van Dorenwerdestraat zoveel lawaai dat de politie werd gealarmeerd. Als de politie arriveert, zit de man buiten op een bankje en gaat gelijk op ze af met twee grote keukenmessen. De agenten sommeerden de man de messen te laten vallen; daarna losten ze waarschuwingsschoten. Als de man daar niet op reageert is een van de agenten genoodzaakt gericht te schieten. De man werd geraakt in zijn arm en zijn been. Op basis van het onderzoek door de Rijksrecherche naar de toedracht die nacht is geconcludeerd dat het om een noodweersituatie ging.
Op de zitting vandaag gaf de verdachte aan zich niet alles meer te kunnen herinneren. Hij had MDMA genomen en was hierdoor ernstig verward en agressief geworden. Wanneer hij de messen had gepakt, wist hij niet meer. Wel bekende hij eerst een mannelijke agent en daarna twee vrouwelijke collega’s te hebben bedreigd. Het roepen van de agenten en de waarschuwingsschoten deden hem niets, hij wilde door hen doodgeschoten worden. De deskundigen die hem hebben onderzocht, adviseren de man te beschouwen als verminderd toerekeningsvatbaar. Behandeling is geboden.
De officier van justitie vond op basis van alle verklaringen bewezen dat de man zich op 16 augustus schuldig had gemaakt aan bedreiging van drie agenten. Het ging om een zeer ernstige bedreiging, meende ze. Voor de agenten was het een angstaanjagende situatie, ze hadden terecht gevreesd voor hun leven. En dat terwijl ze waren gekomen om hulp te verlenen aan een verwarde man. Gezien de problematiek van de verdachte, het hoge recidiverisico, zijn omvangrijke strafblad en langdurige verslaving, eiste ze een celstraf van twintig maanden waarvan acht maanden voorwaardelijk met een lange proeftijd van vijf jaar. Als bijzondere voorwaarden daarbij eiste ze klinische en vervolgens ambulante behandeling, een meldplicht en urinecontrole. Ook moeten de vorderingen van de drie benadeelden volledig worden toegewezen. Een van hen heeft blijvende gehoorschade overgehouden aan het incident.