Achttien jaar gevangenisstraf geëist voor moord op Koen Everink

Het Openbaar Ministerie heeft vandaag achttien jaar gevangenisstraf geëist tegen een 30-jarige Rotterdammer die verdacht wordt van moord op zakenman Koen Everink die in maart 2016 werd doodgestoken in zijn woning in Bilthoven.

In de ochtend van 4 maart 2016 trof het toen 6-jarige dochtertje van het slachtoffer haar vader dood in de keuken aan. Onder leiding van het Openbaar Ministerie startte de politie direct met een uitgebreid onderzoek, waarbij ook in de zakelijke en relationele sfeer is gezocht naar mogelijke verdachten. Het onderzoek leidde op 28 maart 2016 tot de aanhouding van de verdachte, die de avond voor de vondst van het lichaam op bezoek was bij het slachtoffer.

Sporenonderzoek en horloge

Uitgebreid sporenonderzoek heeft belangrijk bewijs opgeleverd. In de auto van de verdachte zijn bloedsporen van het slachtoffer gevonden. Daarnaast zijn op een bij het lichaam aangetroffen mes, waarmee het slachtoffer vermoedelijk is gestoken én rondom een steekgat in de trui van het slachtoffer DNA-kenmerken aangetroffen die matchen met het DNA van de verdachte.

Ook blijkt dat de verdachte na de dood van Everink een duur horloge van het slachtoffer in zijn bezit had. Hij verstopte het horloge in het huis van zijn ouders en vroeg hen na zijn aanhouding om het ergens anders te verstoppen. Het horloge is uiteindelijk aangetroffen in het huis van een familielid. Uit onderzoek naar de tablet van verdachte blijkt dat hij diverse websites bezocht die betrekking hebben op dure horloges en de inkoop, verkoop en verpanding er van. Hierbij werd ook specifiek gezocht naar het merk van het ontvreemde horloge.

Leningen en internetgebruik

Verdachte leende eind 2015 grote geldbedragen van het slachtoffer en vergokte die daarna. Getuigen verklaren dat Everink bij hen had geklaagd dat verdachte slordig was met terugbetalen van deze leningen. Aan één van de leningen was door verdachte een vervalste borgstelling door zijn ouders verbonden.  Everink had verder aan getuigen verteld dat de leningen uiterlijk op 4 maart 2016, de dag waarop hij uiteindelijk dood werd aangetroffen,  terugbetaald zouden moeten worden en dat hij anders de ouders van verdachte zou informeren. Hierin en in de schaamte dat zijn gokprobleem zou uitkomen, ziet het Openbaar Ministerie het motief voor het misdrijf.

Dat verdachte blijkens het onderzoek al langere tijd op internet zocht op termen als ‘afrekenen’, ‘doodschieten’, ‘gestoken’, ‘slagaders’, ‘vermoord’ en ‘wapen’ leidt tot de conclusie dat het doden gebeurde met voorbedachten raad. Daarbij weegt ook mee dat verdachte volgens een getuige herhaaldelijk heeft gevraagd om hem een wapen te leveren. Dat zou gebeurd zijn in de periode net nadat verdachte de grote geldbedragen had geleend van Everink.

Alternatief scenario verdachte

De verdachte ontkent iets te maken te hebben met de dood van Everink. Hij zegt dat hij de bewuste avond kort na zijn vertrek bij Everink werd ontvoerd. Dat zou gebeurd zijn door vier mannen die hem al langer bedreigden. Verdachte zou onder bedreiging van een vuurwapen achterin zijn eigen auto hebben moeten gaan zitten, terwijl de ontvoerders terugreden naar het huis van Everink. Terwijl verdachte onder dwang met één van de ontvoerders in de auto moest achterblijven, gingen de anderen naar binnen bij Everink. Toen zij kort daarna terugkwamen zouden ze met verdachtes auto zijn weggereden en het voertuig  kort daarna weer hebben verlaten. Verdachte zegt dat het horloge van Everink zo bij hem terecht moet zijn gekomen.

Er is zeer uitgebreid onderzoek verricht naar  dit scenario. In juli 2016 is bijvoorbeeld bij het huis van Everink een reconstructie gehouden. De stappenteller op de telefoon van verdachte geeft een ander beeld, dan wat er volgens hém is gebeurd. Ook zijn er geen buurtbewoners of andere getuigen gevonden die steun geven aan het scenario van verdachte. Voor eerdere ontmoetingen die hij met de mannen zou hebben gehad en waarbij naar informatie over Everink gevraagd zou zijn, is geen enkel bewijs gevonden. Verdachte heeft overigens zelf in de periode waarin het zou zijn gebeurd nóch over de ontmoetingen, nóch over bedreigingen met niemand gepraat.

Het aanvullend onderzoek door de verdediging waaruit zou blijken dat de moord door meerdere daders moet zijn gepleegd, is volgens het Openbaar Ministerie gebaseerd op foutieve aannames. Het kan daarom geen steun bieden voor het door de verdachte geschetste scenario. Ook zet het Openbaar Ministerie vraagtekens bij de onafhankelijkheid in deze zaak van het door de verdediging ingeschakelde onderzoeksbureau.

Dat verdachte pas twee weken na de bewuste avond met informatie over de ontvoering kwam, maakt het scenario nog ongeloofwaardiger. Dat deed hij pas kort na de in beslagname van zijn auto waarin bloed van Everink is gevonden. In de verhoren kort na het overlijden verklaarde hij nog dat de avond van 3 maart 2016 zonder bijzonderheden was verlopen.

In de loop van het onderzoek breidde verdachte zijn verklaring nog uit, hetgeen echter steeds pas volgde op ontwikkelingen die vroegen om nadere uitleg.

Strafmaat

De officieren van justitie rekenen het de verdachte zwaar aan dat hij de moord pleegde terwijl het jonge dochtertje van het slachtoffer boven lag te slapen en dat zij ’s ochtends in haar eentje  geconfronteerd werd met een verschrikkelijk tafereel in de keuken. Ook de constatering dat verdachte zijn eigen financiële positie belangrijker vond dan het leven van Koen Everink en het feit dat verdachte geen verantwoordelijkheid neemt of openheid van zaken geeft, wordt hem zeer kwalijk genomen. Dit maakt het voor de nabestaanden nog moeilijker het verlies te verwerken. Dit alles draagt bij aan de overtuiging dat een onvoorwaardelijke celstraf van achttien jaar passend is.

Namens de dochter van het slachtoffer vordert het Openbaar Ministerie ruim 140 duizend euro aan materiële en immateriële schadevergoeding.

De rechtbank doet op 23 januari 2018 uitspraak.

In het persbericht van 4 september 2017 leest u meer over het sporenonderzoek en over  het standpunt van het Openbaar Ministerie m.b.t. de reikwijdte van dit onderzoek.