Twaalf jaar cel geëist voor poging liquidatie Tiberdreef

Een lang lopend conflict lag ten grondslag aan de poging liquidatie op 12 november 2015 op de Tiberdreef in Utrecht. Die dag probeerde de verdachte, een 31-jarige man uit Utrecht, zijn neef dood te schieten. Vandaag stond hij voor de rechter voor poging liquidatie, verboden wapenbezit, brandstichting van een auto en poging woninginbraak. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van twaalf jaar tegen hem.

Oorsprong van de gespannen verhouding tussen verdachte en slachtoffer was een ontvoering in 2011. De persoon die toen ontvoerd werd, was de schoonvader van het slachtoffer in de liquidatiezaak. De verdachte was boos omdat zijn neef hem zou hebben aangewezen als de ontvoerder. Zijn neef zou hem verraden hebben; hij zou hem ‘door zijn kop schieten’.

Zo ver kwam het toen niet, maar de spanningen bleven. In de zomer van 2015 werd er ingebroken bij twee ooms van het slachtoffer en werd de verdachte hierbij betrapt. En in november 2015 was er weer een ruzie tussen de twee ooms en de verdachte, die hierdoor helemaal ‘opgefokt’ was. Op 12 november maakten verdachte en slachtoffer een afspraak om elkaar te ontmoeten. Toen het slachtoffer op de afgesproken plaats bij de Tiberdreef aankwam, werd hij beschoten. Hij werd geraakt in zijn arm, benen en buik. De schutter vluchtte weg en ging er vandoor in een zwarte auto die later uitgebrand werd gevonden aan de Mignondreef.

Volgens de officier van justitie is er ruimschoots bewijs voor de verdenking dat de verdachte was die op zijn neef heeft geschoten. De kleding, het letsel, het vuurwapen met de lege patroonhouder die in de afgebrande auto is gevonden, en tal van verklaringen. Zo heeft de verdachte zelf tegen anderen verklaard dat hij zijn neef niet wilde doden maar hem wilde laten schrikken. Ook het verboden wapenbezit en de brandstichting van de auto vond de officier hiermee bewezen. Tenslotte is er bewijs voor de inbraak in het huis van zijn broer op 19 mei 2015. Op het mes waarmee de inbraak was gepleegd, is DNA van de verdachte gevonden.

De officier van justitie benadrukte de gevoelens van onveiligheid die de liquidatiepoging teweeg heeft gebracht in de wijk. Ook het gemak waarmee de verdachte omgaat met vuurwapens is zorgelijk, merkte hij op. Naast de ernst van de feiten, woog hij ook het strafblad van de verdachte mee. Dat alles maakte dat hij een gevangenisstraf van twaalf jaar passend en nodig vond voor deze feiten en deze verdachte. Tenslotte vroeg de officier de rechtbank om te gelasten dat de verdachte, die geschorst was, per direct weer wordt vastgezet.