Vier jaar cel geëist voor schieten in Overvecht

Het was aan het eind van een zonnige dag op 8 mei 2016 dat er schoten werden gelost op de hoek van de Atlasdreef/Centauerdreef in de Utrechtse wijk Overvecht. Op deze vroege zondagavond werd de buurt opgeschrikt door weer een schietpartij, in de openbaarheid in hun woonwijk. Een van de getuigen wiens kinderen net binnen waren geeft aan te willen verhuizen. Vandaag hoorde de verdachte een celstraf van vier jaar tegen zich eisen.

Aangezien het wapen niet is gevonden, de verklaringen van aangever en verdachte, twee broers,  zeer uiteen lopen en er ook geen echte openheid van zaken is gegeven, is het motief en de exacte toedracht niet duidelijk geworden. Wel kan volgens de officier van justitie worden vastgesteld dat de verdachte die avond meermalen heeft geschoten op zijn broer. Uit het onderzoek naar de telefoons blijkt dat er eerder die dag ruzie was tussen de broers. De verdachte heeft zijn fiets  op de  brug gezet, is naar de aangever gelopen en heeft in ieder geval twee keer op hem geschoten. De aangever heeft zich schuil gehouden achter een vuilcontainer en is niet geraakt. De afstand moet ongeveer tien meter zijn geweest. Dit op basis van getuigenverklaringen, de vindplaats van een huls, de aangifte en op basis van de reconstructie die eerder dit jaar is gehouden.

De vraag is dan of de verdachte de opzet had om zijn broer te raken. De verdachte ontkende dit op de zitting. Hij voelde zich bedreigd, dacht dat zijn broer een wapen pakte en voelde zich zo in het nauw gedreven dat hij schoot. Getuigen hebben echter geen wapen gezien bij de aangever. Alleen bij de verdachte is aanvallend gedrag gezien. Ook is er niet naar de grond geschoten maar in de richting van de broer, aldus getuigen. “Levensgevaarlijk gedrag”, aldus de officier, “als de aangever zou zijn geraakt, is er sprake van een grote kans op de dood”. Evenmin is duidelijk geworden waarom de verdachte zich bedreigd moest voelen, of vrezen voor zijn leven. Dat alles maakt dat de officier van justitie poging doodslag bewezen vond. Ze eiste hiervoor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar.