Weer in de fout met huiselijk geweld

De officier van justitie heeft vandaag een gevangenisstraf en behandeling geëist tegen een 53-jarige man uit Zoetermeer, die ervan verdacht wordt zijn partner te hebben geslagen en geschopt. Zo op het oog een eenvoudige zaak, maar wel een met een bijzondere verdachte. Deze zelfde man werd eerder veroordeeld voor doodslag van zijn vriendin in 2000.

Onlangs zond SBS ‘Het gruwelijke geheim van het Amsterdamse Bos’ uit. In deze documentaire werd duidelijk wat er is gebeurd met het lichaam van de vriendin van deze verdachte. Toen de man werd veroordeeld tot elf jaar celstraf was het lichaam van de vrouw niet gevonden. Toen hij in 2010 gebruik wilde maken van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling heeft de officier van justitie als voorwaarde gesteld dat hij zou vertellen wat hij met het lichaam had gedaan. En zo kwam het dat tien jaar na dato het lichaam werd opgegraven in het Amsterdamse Bos.

Vandaag was de mishandeling aan de orde die plaatsvond op 12 oktober 2016 in Utrecht. Na het eten kregen de man en zijn vriendin ruzie. Om af te koelen liep hij het balkon op waar zij hem buitensloot en ondertussen de politie belde. Terwijl de politie in aantocht was, liet zij hem weer binnen. In zijn woede sloeg hij haar waardoor ze op de grond viel. Volgens de vrouw schopte hij haar daarna meermalen tegen haar hoofd. De man ontkende dit laatste.

Deskundigen hebben over de verdachte verklaard dat hij geen ziekelijke stoornis heeft maar wel een persoonlijkheidsstoornis. Vooral in intieme relaties kan hij agressief worden maar het recidiverisico wordt laag ingeschat. De Reclassering heeft een behandeling geadviseerd zodat de verdachte leert zijn impulsen te controleren. De verdachte was wel bereid om hier aan mee te werken maar merkte wel op dat er met hem niets mis was.

De officier van justitie zag hierin de bevestiging dat de verdachte de schuld buiten zichzelf legt “maar hij is de agressor”. Als bewijs voor het schoppen tegen het hoofd voerde hij de verklaringen tegenover de politie aan, maar ook het letsel dat is geconstateerd. “Dat kan niet komen van een enkele klap met de vlakke hand of een duw naar achteren”. Hij achtte bewezen dat de verdachte had geprobeerd de vrouw zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Bovendien was de impact groot. “Zij was doodsbang omdat ze wist dat hij in staat was tot heel erge dingen”. Nog altijd is ze angstig, en de jonge dochter van de vrouw die in de woning aanwezig was, krijgt hulp om de ervaring te verwerken.

Alles overwegende eiste de officier van justitie geen tbs, maar wel een gevangenisstraf van tien maanden waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een lange proeftijd van vijf jaar. Als bijzondere voorwaarden vroeg hij om een meldplicht, behandeling bij De Waag, een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod rondom haar woning. Ook de vordering van de vrouw voor immateriële schade vroeg hij toe te wijzen. Tenslotte eiste hij dat de verdachte een werkstraf van 20 uur doet, die hij als voorwaardelijke straf opgelegd had gekregen bij een veroordeling in 2015, ook voor huiselijk geweld.