OM eist celstraf en tbs met dwangverpleging voor brandstichtingen, mishandelingen en beledigingen

“Het is belangrijk dat er zo snel mogelijk gestart wordt met de behandeling van de verdachte. Daarom eis ik een celstraf conform voorarrest.” Dat zei de officier van justitie vandaag in de zaak tegen een 29-jarige vrouw die verdacht wordt van meerdere brandstichtingen, mishandelingen en beledigingen in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg in Venray waar de vrouw verbleef. Het Openbaar Ministerie Limburg (OM) eiste een celstraf van 360 dagen met aftrek van het voorarrest. Daarnaast vorderde het OM tbs met dwangverpleging. 

In de periode november 2022 tot en met oktober 2023 heeft de verdachte meermalen brand gesticht bij en geweld gepleegd tegen personeelsleden van de GGZ-instelling Vincent van Gogh in Venray. Hier zat zij vanwege haar psychische problematiek. Medewerkers die actief reddend optraden, hebben zich met gevaar voor eigen leven blootgesteld aan de hitte en de rook om de verdachte te redden. “De zorg die de instelling kan bieden is ontoereikend om te leiden tot stabiliteit in de psyche en het leven van deze verdachte. Uit frustratie over haar situatie is de verdachte gekomen tot het plegen van de strafbare feiten”, lichtte de officier van justitie op zitting toe.

Verminderd toe te rekenen

Op grond van het dossier acht het OM bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan brandstichting met gevaar voor goederen en personen, alsook mishandeling en belediging van medewerkers van de instelling. De verdachte is volgens gedragsdeskundigen echter minder in staat geweest om andere gedragskeuzes te maken en anders te handelen. Alles samennemend is het advies van de deskundigen om haar het ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen.

Langdurige klinische behandeling

De officier van justitie op zitting: “ Het is vervelend dat de verdachte, die duidelijk patiënt is en geen criminele houding heeft, lang in voorlopige hechtenis zit. In dit geval was het nodig om te zoeken naar interventies die wél kunnen helpen bij de behandeling van haar persoonlijkheidsstoornis. Dat is belangrijk vanwege het zeer hoge recidiverisico, maar ook omdat we te maken hebben met een nog jonge vrouw, die een betere kwaliteit van leven verdient dan nu het geval is. Vanwege de aard en hardnekkigheid van de vastgestelde problematiek schatten de deskundigen op basis van de beschikbare informatie in dat langdurige klinische behandeling nodig is.”

De rechtbank doet over twee weken uitspraak in de zaak.