Te weinig onrust: dan zelf maar een keet in de fik

In december was het in Den Haag een aantal avonden onrustig vanwege het verbod op de vreugdevuren. En toen het een avond wél rustig was, besloot een aantal Hagenaars om dan maar zelf rotzooi te gaan trappen. Ze maakten een brandbom en staken een bouwkeet in de fik. Drie verdachten stonden vandaag terecht.
 

Vergroot afbeelding
Beeld: ©Openbaar Ministerie
Brandschade aan de bouwkeet

De verdachten, Hagenaars van 22, 20 en 19 jaar, gingen op vrijdag 6 december in een auto op pad. Ze reden eerst naar Duindorp, waar niets te beleven was. Vervolgens reden ze naar Laak, maar ook daar was het rustig.

Ze reden vervolgens langs een tankstation en vulden daar twee flessen met benzine. Van een van de volle flessen werd door de 20-jarige verdachte een bom gemaakt, door er met tape zwaar vuurwerk tegenaan te plakken.

Brandbom

De 22-jarige verdachte reed daarna met zijn vrienden naar de Bosjes van Pex. Daar stond op een verlaten parkeerplaats een bouwkeet. Verdachte gooide één fles benzine leeg door een openstaand raam. Zijn 20-jarige medeverdachte zette de boel vervolgens in brand met de vuurwerkbom. De 19-jarige filmde alles.

De enorme vlammen werden door de bomen heen gezien door agenten. En hoewel het groepje snel wegscheurde en de bestuurder aanvankelijk ook niet wilde stoppen, konden ze uiteindelijk toch snel worden aangehouden. In de auto werd nog meer illegaal vuurwerk gevonden.

Strafeis

Twee vrienden die erbij waren, werden eerder op vrije voeten gesteld. Wat er met hun zaken gebeurt, moet nog worden beslist. Zij vertelden wel dat de groep die avond bewust op zoek was naar onrust. De drie verdachten die vrijdag op zitting stonden, ontkennen dat. Zij noemden het zelf kattenkwaad.

Maar de officier van justitie zei dat het gaat om een zeer ernstig feit in een gevoelige context, namelijk de onrust rond het verbod op de vreugdevuren. Het Openbaar Ministerie eiste tegen twee verdachten 165 dagen cel waarvan 60 voorwaardelijke en 120 uur werkstraf. De derde hoorde 165 dagen celstraf waarvan 60 voorwaardelijk eisen, met een werkstraf van 150 uur. De rechter doet over twee weken uitspraak.