Werkstraffen geëist in mishandelingszaak

Tegen een 25-jarige man uit Den Haag eist het Openbaar Ministerie een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden, voor wederrechtelijke vrijheidsberoving, bedreiging en mishandeling. Hij zou een 17-jarige jongen, die tegen zijn zin een relatie had met zijn nichtje, hebben vastgehouden en geslagen. Een 19-jarige verdachte die hielp bij de vrijheidsberoving hoorde 100 uur werkstraf tegen zich eisen.

Voor de 25-jarige verdachte was de maat vol toen hij een zuigzoen zag in de nek van zijn nichtje. Overtuigd dat hij er als man in huis iets aan moest doen, besloot hij een ontmoeting met de 17-jarige jongen te regelen. Een vriend, de 19-jarige verdachte, ging als versterking mee.

Het slachtoffer werd met duwen en trekken het huis van de 25-jarige verdachte in gedwongen. Terwijl zijn vriend buiten bleef, zette de 25-jarige verdachte het slachtoffer op een stoel en sloeg hem in het gezicht. Pas toen zijn moeder tussenbeide kwam, kon het slachtoffer vluchten.

Tegen de 25-jarige man eiste de officier van justitie een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden. Een van de voorwaarden is een contactverbod met het slachtoffer. Tegen de vriend is 100 uur werkstraf geëist.