OM eist twintig jaar cel wegens dodelijke schietpartij Van Limburg Stirumplein
De officier van justitie heeft vandaag een celstraf van twintig jaar geëist tegen een 27-jarige man die ervan verdacht wordt op 14 februari 2021 op het Van Limburg Stirumplein in Amsterdam-West een 29-jarige man te hebben doodgeschoten. Het slachtoffer was ter bemiddeling bij een conflict geroepen waar hij zelf niets mee te maken had. Bij de schietpartij raakte daarnaast een 35-jarige man gewond en bleef één slachtoffer fysiek ongedeerd. De verdachte staat terecht voor doodslag, voor twee keer poging doodslag en voor vuurwapenbezit.
Uit het politieonderzoek is duidelijk geworden dat de aanleiding voor de schietpartij in een geëscaleerd conflict tussen twee ex-geliefden lag. Het latere slachtoffer werd die zondagavond rond 19.30 uur door een vriend van hem opgehaald om te bemiddelen bij dat conflict. Samen haalden ze nog een andere vriend op en reden ze in de auto naar het Van Limburg Stirumplein. Kort daarna escaleerde de situatie en vond rond 20 uur de schietpartij plaats. De 29-jarige man, die niets met het conflict te maken had maar als bemiddelaar te hulp was geroepen, overleed ter plaatse. Een vriend van hem, een 35-jarige man, werd in zijn been geraakt en een andere vriend bleef fysiek ongedeerd.
In Suriname aangehouden
De schutter werd door een van de getuigen herkend aan zijn uiterlijk en aan de jas die hij droeg. Zijn toenmalige vriendin heeft verklaard dat ze de verdachte op die bewuste avond in de omgeving van het Van Limburg Stirumplein heeft afgezet en dat de verdachte later zou hebben gezegd dat er ruzie was geweest. Daarna zou hij zijn spullen hebben gepakt en was hij weggegaan. De verdachte is kort na de schietpartij naar Suriname vertrokken, waar hij op 25 augustus 2021 kon worden aangehouden. Sinds 10 september zit hij vast in Nederland. De verdachte heeft zelf in een verhoor bij de RC van afgelopen 22 februari verklaard de schutter te zijn geweest.
De verdachte heeft, zo blijkt uit het dossier, minimaal drie maal geschoten. Eén kogel heeft het slachtoffer dodelijk geraakt, één kogel heeft de 35-jarige man in zijn been geraakt en één kogel is in de portier van een auto terechtgekomen. De verdachte heeft verklaard het vuurwapen altijd bij zich te dragen, waardoor het dus niet is komen vast te staan dat hij het wapen speciaal voor deze situatie zou hebben meegenomen. Omdat ook niet is uit te sluiten dat verdachte heeft geschoten zonder daarover van te voren hebben nagedacht, is er geen sprake van voorbedachte raad. Daarom komt de officier tot vrijspraak voor moord. De officier acht doodslag wel bewezen, evenals de poging doodslag op de 35-jarige man en op de man die fysiek ongedeerd is gebleven. Ook wordt de man verdacht van vuurwapenbezit.
Geen noodweer
Van een noodweersituatie, waar de verdachte zich op beroept, is volgens het OM geen sprake geweest. Alle getuigen hebben verklaard dat het schieten als een totale verrassing kwam, niemand heeft de situatie dus als dusdanig dreigend ingeschat.
De officier vandaag in zijn requisitoir: “Het doodgeschoten slachtoffer had niets met het onderliggende conflict te maken, hij ging mee omdat hij verbaal en communicatief sterkt was en stierf als totaal onschuldige. Een prachtig leven met een mooie toekomst in het verschiet is met één schot op zinloze wijze beëindigd. Zijn partner zal alleen verder moeten zonder de prachtige toekomst de ze samen hadden, zijn moeder moet de rest van haar leven haar zoon missen en ook alle andere familieleden en vrienden moeten verder zonder hem. Een vreselijk feit wat een onmenselijk leed heeft veroorzaakt en waarvoor verdachte in de volle omvang verantwoordelijk is.”