Dertig maanden cel geëist tegen man verdacht van poging doodslag buschauffeur
Vanmiddag heeft de officier van justitie een celstraf van dertig maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk geëist tegen een 38-jarige man uit Amsterdam. De man wordt ervan verdacht afgelopen oktober een buschauffeur hardhandig te hebben mishandeld nadat deze buschauffeur hem als passagier had aangesproken omdat hij geen mondkapje droeg terwijl dat wel verplicht was.
Op dinsdagmiddag 6 oktober 2020 sprak de 67-jarige buschauffeur van lijn 21 van het GVB in Amsterdam de 38-jarige passagier aan omdat hij geen mondkapje droeg, terwijl dat sinds 1 juni 2020 verplicht is in het openbaar vervoer. De 38-jarige passagier zou de buschauffeur vervolgens de keel hebben dichtgeknepen en zo hard hebben geslagen, geschopt en gebeten dat hij bewusteloos raakte. Ook zou de verdachte, toen de chauffeur al op de vloer van de bus lag, over zijn hoofd en lichaam hebben gelopen.
Na onderzoek kon de politie de 38-jarige verdachte op 13 oktober aanhouden. Sindsdien zit de man vast op verdenking van poging doodslag en poging (zware) mishandeling.
De buschauffeur liep door de mishandeling een hersenschudding, gekneusde ribben en een gehavend gezicht en gebit op. Hij moest met een ambulance naar het ziekenhuis worden overgebracht voor behandeling. Met de buschauffeur gaat het inmiddels naar omstandigheden goed, maar het incident heeft wel een enorme impact op hem gehad.
Geweld tegen werknemers met een publieke taak - onder wie ook buschauffeurs - is niet acceptabel. Het is beleid van het openbaar ministerie om in die gevallen dat dat toch gebeurt een hogere straf te eisen. Door een deskundige is vastgesteld dat de verdachte die vandaag terecht stond verminderd toerekeningsvatbaar is. Zonder deze vaststelling zou de geëiste straf aanmerkelijk hoger zijn geweest. Alles afwegende eiste de officier van justitie vandaag dertig maanden cel waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.