Moord op willekeurige burger vraagt om zwaardere straf

Vandaag heeft het Openbaar Ministerie (OM) celstraffen tot 30 jaar geëist tegen zeven mannen voor hun betrokkenheid bij de dood van Djordy Latumahina en de poging moord op zijn vriendin en hun dochtertje. De twee vermeende schutters en ‘hoofdorganisator’ van de liquidatie en poging moord hoorden de hoogste straf tegen zich eisen.

De 31-jarige Djordy Latumahina vond de dood op 8 oktober 2016 toen hij samen met zijn partner en dochtertje onder vuur werd genomen met automatische wapens. Latumahina kwam daarbij direct om het leven en zijn partner raakte zwaargewond. Hun dochtertje werd op een haar na gemist. Latumahina is volgens het OM het slachtoffer van een tragische persoonsverwisseling die op een gruwelijke wijze abrupt van zijn leven werd beroofd. De schutters hadden het voorzien op een andere bewoner die in hetzelfde appartementencomplex woonde als Latumahina en zijn familie.

Willekeurige burgers

Het OM rekent het de verdachten zwaar aan dat een willekeurig gezin is getroffen door de kogelregen. “Het moge duidelijk zijn dat elk mensenleven bescherming verdient en dat iedere moord daarom zwaar dient te worden bestraft. Wij zijn echter van mening dat de omstandigheid dat hier volstrekt onschuldige burgers het slachtoffer zijn geworden, strafverzwarend dient te werken”, aldus de officier van justitie in haar requisitoir.

Strafeisen

Tegen de broers Cedric (40) en Wendell R. (46) eiste het OM celstraffen van 30 en 25 jaar. De vermeende schutters Tony D. (35) en Djurgen W. (42) hoorden 30 jaar tegen zich eisen. De 45-jarige vervoerder van de schutters, Ulrich B., moet volgens het OM tot 25 jaar worden veroordeeld . Het OM ziet deze vijf verdachten als hoofdverdachten. Zij hebben zich naar oordeel van het OM schuldig gemaakt aan medeplegen moord en poging moord. De twee autohelers van 31 jaar (Giovanni D.) en 46 jaar (Benito L.) zouden als het aan het OM ligt resp. 48 weken en 80 dagen worden opgelegd, waarvan de helft voorwaardelijk.

Intensief en tijdrovend

Direct na het schietincident in de parkeergarage op 8 oktober 2016 startte de politie een zeer intensief en tijdrovend onderzoek. Hieruit komt onder meer naar voren dat de zeven verdachten verschillende rollen vervulden. Twee van hen die broers zijn, hebben volgens het OM de liquidatie aangestuurd. De verdachte die de schutters heeft vervoerd staat in nauw contact met één van deze twee broers. De vermeende schutters komen juist uit het netwerk van de andere broer.

Complex

De bewijsconstructie in deze zaak is gedetailleerd en complex. Alle bewijsmiddelen hangen volgens het OM met elkaar samen. Dit betekent dat een veroordeling van de ene verdachte bijdraagt aan het bewijs van de andere verdachten.  De officier van justitie somde vandaag het bewijs op. Dat bestaat naast reisbewegingen van de auto’s die bij de liquidatie zijn betrokken onder meer uit DNA van twee hoofdverdachten in een aangetroffen vluchtauto. Camerabeelden van de parkeergarage en de vluchtroute die de uitvoerders in Hoofddorp hebben gelopen nadat hun vluchtauto is gestrand. En daarnaast het onderzoek naar een encrypted telefoon van één van de vermeende schutters en afgeluisterde en opgenomen gesprekken.

Ongeloofwaardig

Het verweer van sommige verdachten dat zij niet betrokken zouden zijn bij de dood van Djordy Latumahina maar samen in de drugshandel zouden zitten, vindt het OM ongeloofwaardig. De verdachten zijn pas met het alternatief scenario gekomen nadat zij het dossier hebben kunnen bestuderen. Volgens het OM hebben deze verdachten geen enkel detail over hun drugshandel willen verstrekken en kan hun verhaal dus niet worden geverifieerd.  Het is gebleven bij algemene, oppervlakkige en gedetailleerde opmerkingen hierover.

De strafzaak gaat woensdag 14 maart verder met de pleidooien van de advocaten van de verdachten. Op 9 mei 2018 doet de rechtbank uitspraak.