Zes jaar cel en TBS geëist wegens verwurging

De officier van justitie heeft vandaag zes jaar cel en TBS geëist tegen een inmiddels 36-jarige man die van doodslag wordt verdacht. Op 29 juli 2012 zou hij in het kajuitbootje van het slachtoffer aan de Hobbemakade in Amsterdam een 51-jarige man hebben gewurgd. De officier van justitie eiste wegens gebrek aan bewijs vrijspraak voor de tevens ten laste gelegde poging verkrachting.

De verdachte heeft in verband met deze verdenking van 10 december 2012 tot 2 oktober 2013 in voorlopige hechtenis gezeten. Omdat er in september 2013 onduidelijkheid bleek te bestaan over de doodsoorzaak van het slachtoffer, is de verdachte toen door de rechtbank in vrijheid gesteld. Thans is het niet bekend waar de verdachte verblijft.

Aanvullende rapporten - opgesteld door diverse deskundigen – hebben uitgewezen dat het slachtoffer door verstikking en/of verwurging om het leven is gekomen. Reden voor het OM om de vervolging voort te zetten. In november 2016 is de zaak op verzoek van de verdediging verwezen naar de rechter-commissaris voor het nader horen van een patholoog. Op 13 februari 2018 zijn op een openbare zitting twee pathologen nader bevraagd over de doodsoorzaak.

De politie is de verdachte op het spoor gekomen dankzij een getuige. Sporen in de kajuit en DNA-sporen op de kleding en op het lichaam van het slachtoffer matchen met het DNA van verdachte. Daarnaast is uit onderzoek van de telefoon van de verdachte gebleken dat hij zich rond het tijdstip van overlijden bij het kajuitbootje bevond.

De officier van justitie heeft naast de gevangenisstraf van zes jaar ook TBS met dwangverpleging geëist omdat uit eerdere rapportages is gebleken dat er bij verdachte sprake is van een stoornis. Als de rechtbank tot een veroordeling komt, heeft de officier gevraagd om gevangenneming zodat verdachte dan in de politiesystemen als ‘gesignaleerd’ kan worden geregistreerd.