Vier jaar cel geëist voor inrijden op motoragenten
Een stevige straf is op zijn plaats voor het inrijden op twee motoragenten op Tweede Kerstdag 2018 in Twente. De verdachte heeft zijn auto ingezet als wapen in de strijd om niet gepakt te worden.
Dat zei de officier van justitie vrijdag 13 september voor de rechtbank in Almelo, waar een 27-jarige man uit het Overijsselse Geesteren terecht stond voor een poging tot doodslag op en zware mishandeling (met voorbedachten rade) van twee motoragenten.
De officier eiste een gevangenisstraf van vier jaar en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor zes jaar. “Er zal paal en perk moeten worden gesteld aan gedrag zoals de verdachte dat heeft vertoond, waarbij sprake is van een totaal gebrek aan ontzag en respect voor de politie.” Het incident heeft veel impact gehad op de agenten, volgens de officier.
De verdachte zou er vandoor zijn gegaan bij een politiecontrole in Borne. Toen de agenten de man verderop staande hielden, ging hij er ‘vol gas en met spinnende banden’ vandoor. Daarbij raakte hij een stilstaande politiemotor. Een van de agenten loste een schot.
Tijdens de vlucht en achtervolging die daarop volgden, via Zenderen richting Albergen en daarna Almelo, zou de verdachte plotseling zo hard hebben geremd dat een van de motoragenten op de auto botste. “Het gedrag van de verdachte was erop gericht om een fataal ongeval te veroorzaken”, aldus de officier.
Bij de verdere achtervolging zou de verdachte (achteruitrijdend) op deze motoragent zijn ingereden. De agent had op dat moment zijn motor in de berm geparkeerd. Ook toen is er door de politie geschoten. Daarna zou de 27-jarige nog een keer achteruitrijdend zijn ingereden op de motor van de andere agent.
De officier vindt dat bij het inrijden op deze agent sprake is van zware mishandeling met voorbedachten rade. “De verdachte heeft gedurende de hele achtervolging genoeg tijd gehad zich te beraden. Bij het laatste incident stuurt hij recht op de agent af.”
De officier is ervan overtuigd dat de 27-jarige man de auto heeft bestuurd, ook al ontkent de verdachte dat. Getuigenverklaringen en zendmastgegevens weerspreken zijn opgegeven alibi; de 27-jarige zelf zegt dat hij rond die tijd zou hebben rondgelopen in Almelo.
De auto is niet van de verdachte zelf, maar de 27-jarige had toegang tot de woning van de eigenaar van de auto. De autosleutels hangen daar aan een haakje in de hal. Getuigen hebben verklaard dat verdachte regelmatig in de bewuste auto reed.
Tegen de eigenaar van de auto zou de 27-jarige hebben gezegd dat hij tijdens een politiecontrole is weggereden. De man zou bang zijn geweest om zijn rijbewijs voorgoed kwijt te raken. Hij zou tegen de eigenaar ook hebben verteld dat hij is achtervolgd door agenten en dat hij ze daarbij heeft aangereden, dat hij daarna de auto heeft verlaten en toen is weggerend.