Eis in hoger beroep dodelijke aanrijding Hellevoetsluis: 100 uur taakstraf en ontzegging rijbevoegdheid
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft in hoger beroep een werkstraf van 100 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand geëist tegen een 53-jarige vrouw uit Rockanje, die op 30 mei 2014 een dodelijk ongeval veroorzaakte in Hellevoetsluis. Bij de aanrijding kwamen twee voetgangers om het leven. Het OM vorderde ook een ontzegging van de rijbevoegdheid voor zeven jaar en een proeftijd van drie jaar.
Een tragisch verkeersongeval, meer dan vijf jaar geleden. Een 23-jarige vrouw en een 29-jarige man kwamen daarbij om het leven. De advocaat-generaal benoemde aan het begin van zijn requisitoir de zware last die de nabestaanden dragen door het verlies van hun dierbaren en zich daarnaast geconfronteerd zien met een slepend strafproces. De vraag naar de verantwoordelijkheid van verdachte voor het onheil dat hen is overkomen bleef lange tijd onbeantwoord. Dat heeft mede te maken met de complexiteit van de zaak: de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de verdachte voor de gebeurtenissen laat zich niet eenvoudig vaststellen, aldus de advocaat-generaal.
De verdachte lijdt aan epilepsie en kreeg naar alle waarschijnlijkheid een aanval op het moment dat zij de slachtoffers naderde. Uit het dossier blijkt dat verdachte eerder betrokken is geweest bij, eenzijdige, ongevallen waarbij sterke aanwijzingen voor een epileptische aanval waren. Het rijbewijs van de vrouw werd na een ongeval in 2012 ongeldig verklaard. Het OM verwijt verdachte dat zij een jaar later opnieuw een rijbewijs heeft aangevraagd en daarbij bij een keuring door een arts opzettelijk onjuiste opgaven heeft gedaan. De keuringsarts keurde de aanvraag goed nadat verdachte meldde al twee jaar vrij van aanvallen te zijn en niet meer onder controle van een arts te staan. Zij verzuimde daarbij te melden dat zij nog in februari 2012 een aanval had gekregen in de auto.
Onderzoek naar verdachte wijst uit dat zij door in het verleden opgelopen hersenschade te maken heeft met een stoornis die er toe leidt dat het oordeelsvermogen en normbesef ernstig beperkt worden. “Waar de gemiddelde epilepsiepatiënt bij elke geringe twijfel over het mogelijk weer optreden van aanvallen geneigd zal zijn om het zekere voor het onzekere te nemen en dus niet achter het stuur plaats te nemen, is dat bij verdachte vanwege haar stoornis anders”, zo luidde een van de deskundigenconclusies. Dit maakt dat het OM voor de strafrechtelijke schuld van verdachte aan het ongeval niet tot bewezenverklaring komt. Het OM meent dat de vrouw wel gedeeltelijk kan worden toegerekend dat zij de keuringsarts misleid heeft bij het aanvragen van een nieuw rijbewijs en dat haar volledig kan worden aangerekend dat zij begin juni 2014 zonder rijbewijs heeft gereden.
De advocaat generaal vroeg het hof de maximaal op te leggen ontzegging van de rijbevoegdheid toe te passen: “in het licht van de bij de verdachte geconstateerde stoornis en haar omgang met epilepsie, het belang van de verkeersveiligheid en de door de psychiater en psycholoog aangegeven ‘risico-analyse en prognose’ meen ik dat de verdachte zo lang mogelijk moet worden geweerd van deelname aan het gemotoriseerde verkeer”.
Het hof doet (naar verwachting) op 15 augustus 2019 uitspraak.