Vijf jaar geëist om bijna fatale verkeersruzie

Alsof hij tegen een voetbal aantrapte. Zo hard schopte een 35-jarige Groninger – die terecht stond bij de rechtbank Groningen – tegen het hoofd van een plaatsgenoot, die bewusteloos op de grond lag.

Aanleiding voor het geweld was een verkeersruzie om een aanrijdinkje. Het slachtoffer werd in comateuze toestand overgebracht naar het ziekenhuis en verblijft nog altijd in een verpleeghuis, en zal nooit meer volledig herstellen.

Poging tot doodslag, oordeelt het Openbaar Ministerie, die een onvoorwaardelijke gevangenisstraf eist van vijf jaren.

Verdachte en slachtoffer botsten met hun auto’s op 11 september 2016 tegen elkaar in Groningen. De schade aan de auto’s was gering, maar wat volgde was extreem, aldus de officier van justitie ter zitting. Beide partijen stapten uit, en er ontstond een handgemeen.

Opgetild

Getuigen zagen hoe de verdachte het slachtoffer boven zich optilde en hard neergooide op de grond. De verdachte bleef daarna inslaan op het slachtoffer, die bewegingsloos op de grond lag. Gelet op de heftigheid van de klappen dachten getuigen dat het bewegingsloze slachtoffer "wel dood" kon zijn.

Een omstander probeerde de verdachte nog weg te trekken, maar "hij rukte zich los en ging schoppen, zoals je tegen een voetbal schopt", aldus de officier. Meerdere geschokte getuigen vertellen dat de verdachte "tegen het hoofd van het slachtoffer schopte als tegen een bal". De vader van verdachte is gehoord als getuige en heeft verklaard dat "als zijn zoon wordt geslagen hij helemaal door het lint gaat", aldus de officier in zijn requisitoir.

Een van de getuigen heeft foto’s gemaakt tijdens het incident. Hierop is te zien hoe verdachte het slachtoffer boven zijn hoofd tilt en vervolgens met het hoofd naar beneden op de grond gooit. Daarna trok hij het slachtoffer in zithouding en sloeg hij een arm om de nek van het slachtoffer. Volgens een andere getuige – die op 50 meter afstand stond – was de verdachte "totaal de controle kwijt".

Coma

Het slachtoffer werd opgenomen op de Intensive Care afdeling van het UMC Groningen en werd daar de eerste dagen in coma gehouden. Ruim een maand later werd hij overgeplaatst naar een verpleeghuis.

De officier van justitie kwalificeert het geweld als poging tot doodslag: "Het geweld stopte niet toen het slachtoffer al weerloos en bewegingsloos op de grond lag. Tijdens het optillen bewoog het slachtoffer al niet meer, en stribbelde hij al niet meer tegen. Ook daarna werd er meermalen op het weerloze lichaam van het slachtoffer ingeslagen en geschopt."

De benadeelde partij heeft ruim 222.276,66 euro gevorderd wegens materiële en immateriële schade. Twee ton daarvan betreft smartengeld. Het openbaar ministerie matigt de vordering smartengeld tot 50.000 euro als voorschot.

Dat de zaak nu pas ter zitting komt, komt doordat de verdediging een vijftal getuigen wilde horen, aldus de officier van justitie. Een van die vijf getuigen bevond zich in de Verenigde Staten. Deze getuige kon pas in december vorig jaar worden gehoord. "Het op verzoek van de verdediging horen van deze getuige heeft uiteindelijk tot een aanzienlijke vertraging geleid in de afdoening van de zaak", aldus de officier.

Ontoerekeningsvatbaar

De voorlopige hechtenis van de verdachte werd 1 mei 2017 geschorst. De man heeft een justitieel verleden met meerdere geweldsdelicten. Voor een van die zaken – medeplegen poging doodslag –werd hij twee jaar voor de straatruzie veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan tien voorwaardelijk. Een psycholoog rapporteerde eerder "een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogen in de zin van zwakbegaafdheid en van enige antisociale en narcistische persoonlijkheidstrekken", aldus de officier. Volgens de psycholoog moet de verdachte voor het nieuwe feit verminderd ontoerekeningsvatbaar worden beschouwd en adviseert behandeling.

De officier sloot zijn requisitoir af met een beschouwing over de situatie van het slachtoffer: "Naast materiële schade heeft het geweld een forse impact op de fysieke en psychische gesteldheid van in het bijzonder het slachtoffer, die hiervan nog dagelijks de gevolgen ondervindt en nooit volledig zal herstellen."

Uitspraak: 11 juli, 13:00 uur