OM eist werkstraffen en gevangenisstraffen tegen de blokkeerders van de A7
Het OM eiste vandaag werkstraffen en deels (voorwaardelijke) gevangenisstraffen tegen de 34 verdachten in de A7-zaak. In het merendeel gaat het om een werkstraf van 120 uur.
Verdachten die een iets grotere rol is toegedicht hoorden 150 en 240 uur werkstraf tegen zich eisen. Twee verdachten hadden volgens het OM een kleinere rol. Tegen hen eiste het OM 80 uur werkstraf.
Het OM eiste in één zaak zes maanden gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De rol van deze verdachte was volgens het OM niet groter dan die van de anderen, maar deze verdachte had een strafblad waardoor de eis hoger uitviel.
De verdachte die naast de drie feiten ook verdacht wordt van opruiing, hoorde 240 uur werkstraf tegen zich eisen. Daarnaast eist de officier tegen haar een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden. De officier ziet haar als initiator van de actie op de A7.
Verdenking
Allen wordt verweten dat zij op 18 november 2017 de Rijksweg A7 nabij Oudehaske opzettelijk hebben versperd. De verdachten hadden drie bussen met demonstranten tegengehouden die als doel hadden te demonstreren bij de landelijke intocht van Sinterklaas in Dokkum. Ook hebben verdachten volgens het OM door intimiderend en dreigend gedrag de chauffeurs en de demonstranten in de bussen gedwongen om niet verder te rijden naar Dokkum.
Het doel van de verdachten was het verhinderen dat de demonstranten konden betogen in Dokkum. Het middel dat zij daarvoor aanwendden was het blokkeren van de snelweg. Zowel het middel als het doel is volgens het OM strafbaar. Verdachten hebben de veiligheid van het verkeer in gevaar gebracht en de grondrechten van anderen ingeperkt.
Strafmotivatie
Een belangrijk doel van straffen is preventie. Met een straf wordt aan verdachten een signaal afgegeven dat hun gedrag niet wordt geaccepteerd, met het oog op het voorkomen van nieuw strafbaar gedrag. Ook aan andere burgers wordt dan duidelijk gemaakt dat, hoe hoog een meningsverschil ook oploopt, burgers nooit strafbare feiten mogen gaan plegen om op die manier hun gelijk te halen.
Verdachten hebben géén gebruik gemaakt van de mogelijkheden die zij in deze democratische samenleving hebben om in het openbaar uiting te geven aan hun standpunten. In plaats daarvan hebben zij alleen maar het betogingsrecht van de demonstranten afgenomen.
De standpunten van verdachten mogen er zijn en ook voor hun emoties is er begrip. Maar in onze samenleving uit je je weerwoord door tegenspraak of tegendemonstratie, niet door tegenhouden.
Impact
Het OM is van mening dat verdachten hebben er bewust voor gekozen hebben om strafbare feiten te plegen.
Deze strafbare feiten hebben een forse impact gehad, vooral op de inzittenden van de bussen. De actie was specifiek op hen gericht. Zíj mochten er niet langs van de verdachten, zíj mochten niet in Dokkum komen van de verdachten. Het gedrag van de verdachten is intimiderend, bedreigend en beangstigend voor hen geweest. Er zijn zelfs mensen die er psychische klachten aan over hebben gehouden.
Geldboete niet op zijn plaats
Het OM vindt het opleggen van een geldboete niet op zijn plaats. Een geldboete zou geen recht doen aan de aard, ernst en impact van de gepleegde strafbare feiten. Daar komt dat bij dat verdachten naar het oordeel van het OM hun straf zelf dienen te ondergaan. Aan dit uitgangspunt wordt geen recht gedaan als de veroordeelden hun geldboete kunnen voldoen uit een fonds dat door sympathisanten is opgericht.
Grondrechten
De officier: “Grondrechten, zoals het recht om geen fysiek gevaar op te lopen door het handelen van anderen, of het recht om niet te worden beknot in de vrijheid om te bewegen of in de vrijheid van meningsuiting, behoren tot de meest essentiële fundamenten van een democratische rechtsstaat. Inbreuken op deze grondrechten zijn dan ook niet voor niets strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht. Wij kunnen niet zwaar genoeg benadrukken dat, zelfs als je denkt dat je volledig gelijk hebt in je standpunt, dit geen enkele legitimatie is om de uiting van tegengestelde standpunten te beknotten.”