Dodelijke aanrijding Assendelft

Tijdens de inhoudelijke behandeling van de rechtszaak tegen de veroorzaker van een dodelijke aanrijding eind oktober vorig jaar, heeft de officier van justitie van het Openbaar Ministerie Noord-Holland een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar geëist. De verdachte is een destijds 26-jarige man uit Zaandam die sindsdien vast zit. Het OM verdenkt hem van de zwaarste vorm van dood door schuld in het verkeer.

Optelsom


Voor het OM staat vast dat verdachte uitermate risicovol en verwijtbaar heeft gehandeld. De mate van schuld die hem wordt verweten is de zwaarste vorm: roekeloosheid. Dat vloeit voort uit een afschuwelijke optelsom. Verdachte is onder invloed van alcohol achter het stuur gekropen, ondanks waarschuwingen van derden dit niet te doen; hij slingert over de provinciale weg tussen Assendelft en Beverwijk, waar op dat moment ook andere weggebruikers rijden; rijdt daarbij veel harder dan de toegestane maximumsnelheid; en verricht uiteindelijk een inhaalmanoeuvre in het aardedonker over een dubbele doorgetrokken streep, zonder dat er uitwijkmogelijkheden zijn.

Geen kans


De officier van justitie in haar requisitoir: ‘’Vervolgens gebeurt datgene waarvan je als willekeurige verkeersdeelnemer hoopt dat het jou of je naasten nooit zal overkomen’’. De verdachte botst vrijwel direct frontaal tegen de auto van het tegemoetkomende slachtoffer. ‘’De klap was zo ontzettend hard dat het voertuig van het slachtoffer met 33 km/uur werd teruggeworpen. De auto was aan de voorzijde geheel in elkaar gereden. Het slachtoffer had geen enkele kans aan de verdachte te ontkomen en overleed ter plekke aan haar verwondingen’’, aldus de officier. Ook het voertuig dat is ingehaald wordt bij de inhaalmanoeuvre van verdachte geraakt. Die inzittenden hebben geen letsel opgelopen.

Strafeis


De officier vervolgt: ‘’Het leed dat verdachte aan de nabestaanden heeft aangericht laat zich moeilijk in woorden uitdrukken. Het slachtoffer was een vrouw in de bloei van haar leven. De nabestaanden worstelen nog elke dag met de vraag waarom dit uitgerekend haar heeft moeten gebeuren en nemen dat - terecht - de verdachte zeer kwalijk’’.
In de ogen van het OM is sprake van de zwaarste vorm van schuld in de zin van artikel 6 Wegenverkeerswet. ‘’Verdachte heeft zich roekeloos in het verkeer gedragen, had bovendien een enorme hoeveelheid alcohol genuttigd én liep in een proeftijd van een eerdere veroordeling voor hetzélfde gevaarlijk rijgedrag op dezélfde weg’’, aldus de officier. Bij schuld in de zin van roekeloosheid is het strafmaximum hoger dan bij de andere gradaties van schuld. Dat doet recht aan gevoelens van rechtvaardigheid in de samenleving.

De officier van justitie eist een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vier jaar en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de maximale duur van vijf jaar. De rechtbank doet over twee weken uitspraak.