Celstraffen van vijf en drie jaar geëist wegens straatrace met dodelijke afloop
Tegen een 54-jarige man uit Loosdrecht en zijn 33-jarige zoon heeft de officier van justitie vandaag celstraffen van vijf en drie jaar geëist vanwege een dodelijke aanrijding op 16 maart 2016. De man hield die avond samen met zijn zoon een straatrace op de Loosdrechtsedijk. Hij reed ruim 160 km/uur op de smalle, onoverzichtelijke weg en was daarbij onder invloed van alcohol. Met zijn Porsche reed hij een 19-jarige vrouw aan die vanuit een oprit de weg op draaide. Zij raakte ernstig gewond en overleed twee weken later, op 1 april 2016, aan de gevolgen van de aanrijding.
De aanrijding vond plaats om 21.45 uur die avond. Vader en zoon waren uit eten geweest. Op weg naar huis hielden de twee mannen een straatrace over een lengte van drie kilometer. De vader reed voorop in zijn Porsche en werd na de aanrijding aangehouden, toen diverse getuigen verklaarden dat hij veel te hard had gereden op de weg waar 50 km/uur is toegestaan. Uit bloedonderzoek werd een promillage van 0,92 vastgesteld (0,5 is toegestaan). In tweede instantie werd duidelijk dat een tweede auto ook zeer hard achter de Porsche aan had gereden; het leek te gaan om een straatrace. Deze auto betrof de Mini Cooper van de zoon van de bestuurder van de Porsche. De zoon werd hierop ook aangemerkt als verdachte.
Dankzij beveiligingscamera’s van particulieren waren er beelden van de beide auto’s, op 45 en 130 meter van de plaats van de aanrijding. Om vast te stellen hoe hard de twee op die plaatsen reden en op welke afstand van elkaar, hebben politie en NFI een referentieonderzoek uitgevoerd onder vergelijkbare omstandigheden. Uitkomst was dat de Porsche op 145 meter voor het ongeluk circa 167 km/uur reed en de Mini 146 km/uur. Op 45 meter voor de aanrijding reed de Porsche 160 km/uur. De afstand tussen de beide auto’s was tussen de 200 en 225 meter, uitgedrukt in tijd 5,33 seconden. Desondanks ontkenden de verdachten te hard te hebben gereden.
“Waanzinnige snelheden, drie keer sneller dan de toegestane snelheid”, benadrukte de officier van justitie. Hij wees erop dat de verdachten de weg kenden en wisten dat het om een smalle weg ging met diverse onoverzichtelijke uitritten. Het was donker, binnen de bebouwde kom en er was verkeer op de weg. De 54-jarige verdachte had meer alcohol gedronken dan toegestaan en heeft documentatie voor alcohol in het verkeer. De officier wees ook op de fatale gevolgen en de vreselijke impact hiervan op de familie van het 19-jarige slachtoffer. Dit werd ook duidelijk uit de aangrijpende verklaringen die de ouders en de zus van het slachtoffer op de zitting aflegden.
Door de hoge snelheid en alle overige omstandigheden hebben de twee zo gevaarlijk gereden dat de officier dit aanmerkt als ‘roekeloos rijden’. Hiervan kan sprake zijn bij uitzonderlijke omstandigheden zoals in dit geval een straatrace. Als sprake is van roekeloosheid, de hoogste mate van schuld, dan geeft de wet de mogelijkheid om een hogere straf te eisen. Alles overwegende eiste de officier tegen de vader een celstraf van vijf jaar en tegen de zoon een celstraf van drie jaar voor medeplegen. Beiden mogen daarnaast niet meer rijden voor een maximale termijn van vijf jaar, aldus de eis van de officier van justitie. Tenslotte vroeg hij de vordering van de nabestaanden toe te wijzen tot een bedrag van 20.000 euro.