Eis in hoger beroep: 18 maanden cel voor dodelijke aanrijding Terneuzen
De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch eiste vandaag in hoger beroep een gevangenisstraf van 18 maanden tegen een 53-jarige man uit Terneuzen. Hij wordt verdacht van een fatale aanrijding op 11 mei 2013 in Terneuzen. Een 48-jarige man kwam daarbij te overlijden. Ook mag de verdachte wat het OM betreft de komende vier jaar geen voertuig besturen.
“Zijn familie mist hem vanzelfsprekend enorm. Zoals in de schriftelijke slachtofferverklaringen is verwoord was hij een vriendelijke jongen die niemand kwaad deed, altijd voor iedereen klaar stond en zeer vrijgevig was.
Ook bij de bezoekers van zijn stamcafé, waar hij na het overlijden van zijn echtgenote vrijwel dagelijks kwam was de schok over zijn overlijden groot.
Ook uit de getuigenverklaringen komt een beeld naar voren van een verdrietige maar buitengewoon vriendelijke en vrijgevige man.”
Met die woorden schetste de advocaat-generaal kort voordat zij haar strafeis uitsprak het beeld van het slachtoffer in deze zaak. In de visie van het OM waren verdachte en het slachtoffer die nacht in hetzelfde café uit. Na afloop van dat cafébezoek is het slachtoffer op de nabijgelegen parkeerplaats aangereden. Al snel werd duidelijk dat het slachtoffer door de auto van verdachte is aangereden. Op de plek waar het slachtoffer wordt gevonden liggen onderdelen die, zo blijkt kort daarna, horen bij de auto van de verdachte. Ook zijn beschadigingen en bloed gevonden aangetroffen op het voertuig.
In hoger beroep gaat het onder meer om de vraag of verdachte roekeloos rijgedrag verweten kan worden. Uit het onderzoek blijkt dat de verdachte, die enkele minuten na het slachtoffer het café verliet, die avond meer alcohol had gedronken dan is toegestaan bij het besturen van een auto. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat het slachtoffer waarschijnlijk is aangereden terwijl hij al op de grond lag. Vervolgens is hij enkele meters door de auto meegesleurd. De verdachte stelt niet te hebben gemerkt dat hij over iemand heen was gereden. Na de aanrijding reed hij daarom door.
Gelet op de uitkomsten van het onderzoek in hoger beroep en het feit dat de parkeerplaats goed verlicht was, kan volgens de advocaat-generaal worden geconcludeerd dat geen sprake is geweest van roekeloosheid maar wel dat de verdachte in hoge mate onvoorzichtig is geweest. Ook acht het OM bewezen dat de verdachte de plaats van het ongeval heeft verlaten. Getuigen die het slachtoffer aantroffen zagen niemand anders op het parkeerterrein. Gelet op die conclusies kom het OM tot een lagere strafeis dan in eerste aanleg.
De verdachte werd in eerste aanleg conform eis van de officier van justitie veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden en een ontzegging van zijn rijbevoegdheid voor vijf jaar. De verdachte meent ten onrechte te zijn veroordeeld en stelde hoger beroep in.
Het hof doet (naar verwachting) uitspraak op 27 juni.