Screenings- en selectiviteitskader
Het screenings- en selectiviteitskader misdrijven is een nadere uitwerking van het in de Aanwijzing voor de opsporing. Het kader geeft handvatten voor de politie en het OM om de juiste keuzes te maken in de aanpak van misdrijven, maar laat politie de mogelijkheid om in voorkomende gevallen een andere keuze te maken, meestal na overleg met het OM.
De Politie en het Openbaar Ministerie worden geconfronteerd met een veelheid aan strafbare feiten. Tegelijkertijd is de beschikbare opsporingscapaciteit beperkt en dwingt dat tot het maken van keuzes welke aangiften in behandeling worden genomen. Dat betekent dat steeds afgewogen moet worden of in een zaak tot opsporing wordt overgegaan en, zo ja, met welke inzet. Belangrijk bij die te maken keuze is de ernst van het strafbare feit, de aanwezigheid van opsporingsindicatie (zijn er aanknopingspunten voor een onderzoek?) en de beschikbare opsporingscapaciteit. Ook kan een aangifte leiden tot een andere, dan een strafrechtelijke interventie, bijvoorbeeld mediation of hulpverlening.
Het kader is geen stuk waaraan derden rechten kunnen ontlenen.