Tijdlijn
Tijdlijn onderzoek The Grass Company
-
2011 - heden
-
Op 6 september 2011 krijgt Meld Misdaad Anoniem (MMA) een melding binnen waarin The Grass Company wordt genoemd, evenals de namen van twee personen betrokken bij de inkoop van hennep. De anonieme melder spreekt over grote voorraden hennep en buitenlandse vrouwen die werkzaam zouden zijn in een afgesloten ruimte. Deze melding is de start van het onderzoek naar de softdrugsketen. In de periode 2011-2012 worden in het onderzoek verschillende opsporingsbevoegdheden ingezet.
-
In 2012 wordt informatie uit België verkregen en wordt onder meer met Thailand een eerste contact gelegd. Het Openbaar Ministerie (OM) bereidt rechtshulpverzoeken aan een aantal landen voor.
-
Op 2 juni 2012 verklaart het Hof in Den Haag het OM niet-ontvankelijk in de vervolging in de zaak Checkpoint, een grote coffeeshop in Zeeuws-Vlaanderen. De discussie richt zich op de achterdeur-problematiek van de coffeeshops. Dit is relevant voor het onderzoek naar The Grass Company.
Uit het oordeel van het Hof:
Het Hof oordeelt dat de bevoorrading van de coffeeshop, hoewel wettelijk verboden, feitelijk lange tijd door de gemeente en het Openbaar Ministerie is gedoogd. Onder deze omstandigheden mocht Checkpoint erop vertrouwen dat de officier van justitie de belangen van de coffeeshop en zijn medewerkers op een redelijke wijze zou meewegen bij de beslissing om tot vervolging over te gaan. In dat verband is van belang dat het openbaar ministerie, dat samen met de gemeente verantwoordelijk was voor de handhaving van het (lokale) softdrugsbeleid, kennelijk geen afweging heeft gemaakt tussen bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden tegen Checkpoint. Daarmee heeft het openbaar ministerie het gerechtvaardigde vertrouwen van Checkpoint en zijn medewerkers geschonden. Naar het oordeel van het hof heeft het openbaar ministerie dan ook zijn recht tot strafvervolging verspeeld.Tegen het oordeel van het Hof is vervolgens cassatie ingesteld.
-
Naar aanleiding van de MMA-melding werden in juni 2013 enkele verdachten aangehouden. Een van hen verklaart uitgebreid over The Grass Company en over een van de hoofdverdachten. Hij verklaart over ontstaansgeschiedenis en organisatiestructuur van The Grass Company, de beveiliging en het vermoedelijk gebruik van geweld, stash-ruimtes, inkoop, prijzen, geldstromen. Deze verklaring was mede aanleiding om het onderzoek tegen The Grass Company voort te zetten, nu er geen sprake was van enkel achterdeur-problematiek, zoals ter discussie stond in de zaak Checkpoint.
-
De Hoge Raad vernietigt het oordeel van het Hof in de zaak Checkpoint en verwijst de zaak. De zaak wordt daaropvolgend in 2014 behandeld door het Hof in Amsterdam, waarbij opnieuw een (deels) niet-ontvankelijkheid van het OM wordt uitgesproken. Ook tegen deze uitspraak wordt cassatie ingesteld, waarna in 2017 het Hof in Den Bosch uitspraak doet.
-
In de eerste helft van 2014 vraagt het OM rechtshulp aan Duitsland, Spanje, Luxemburg en Zwitserland voor het leggen van beslag op onder meer vermogen en onroerend goed van twee hoofdverdachten.
-
Het OM verzoekt Thailand in een rechtshulpverzoek om diverse opsporingshandelingen te verrichten, om beslag te leggen en om informatie te geven. Het verzoek is verzonden op de voor het OM gebruikelijke wijze via het ministerie van Justitie en Veiligheid.
-
Naar aanleiding van de rechtshulpverzoeken worden in het buitenland diverse zoekingen uitgevoerd, waaronder bij een advocatenkantoor in Luxemburg. In Nederland vinden aanhoudingen en doorzoekingen plaats. In totaal vinden in Nederland ongeveer 20 doorzoekingen plaats wegens vermoedens van witwassen, hennephandel, valsheid in geschrifte, belastingfraude, corruptie en overtreding van de arbeidsomstandighedenwet.
-
Het verstuurde rechtshulpverzoek aan Thailand kan worden uitgevoerd maar niet op tijd, waardoor de kans bestaat dat bewijs zal worden verloren. Door de Nederlandse liaisonofficier in Bangkok wordt op 14 juli 2014 aan de Thaise Attorney-General een brief verzonden - opgesteld op verzoek van en in samenspraak met de Thaise autoriteiten - waarin de mogelijkheid wordt geopperd om een eigen onderzoek in Thailand te starten. De inhoud van de brief is gebaseerd op het eerder verstuurde rechtshulpverzoek.
Na ontvangst besluiten de Thaise autoriteiten tot een eigen strafrechtelijk onderzoek. Later is het Nederlandse Openbaar Ministerie gebleken dat de Thaise autoriteiten sinds 2012 veel meer (financiële) onderzoeken naar witwassen in Thailand zijn gestart, een en ander na invoering van nieuwe wetgeving op dit vlak.
-
In Thailand worden de in Tilburg geboren verdachte en zijn voormalige echtgenote aangehouden op verdenking van witwassen in Thailand. Daarnaast worden de verzoeken van Nederland uitgevoerd zoals gevraagd in het rechtshulpverzoek.
-
In september 2014 vindt overleg plaats tussen Thailand en Nederland waarin afspraken worden gemaakt ten aanzien van de vervolging. Thailand zal zich beperken tot de verdenking rondom witwasactiviteiten in Thailand. Nederland vervolgt onder meer voor de criminele organisatie en overige witwashandelingen. Deze afspraken worden bevestigd in januari 2015.
-
Op 16 december 2014 wordt het verzoek om de Staat te verplichten een uitleveringsverzoek te doen van verdachte aan Thailand in kort geding afgewezen. De rechter zegt hierover:
Niet kan worden aangenomen dat de aanhouding heeft plaatsgevonden als gevolg van een volgens eiser onzorgvuldige presentatie, die NL in Thailand heeft gegeven over het strafrechtelijk onderzoek naar eiser, en/of van een brief van het OM aan Thailand, waarin Thailand wordt verzocht/in overweging wordt gegeven een eigen onderzoek te starten. Een causaal verband ontbreekt. Voorts kan niet worden aangenomen dat het strafrechtelijk onderzoek naar eiser alleen betrekking heeft op zogenaamde achterdeurfeiten ten aanzien van de gedoogde verkoop van cannabis in Nederland. Voorts wordt relevant geacht dat de Staat heeft getracht te bewerkstelligen dat de Thaise strafzaak aan Nederland zou worden overgedragen, hetgeen niet is gelukt, maar wel heeft geleid tot een voorlopige afspraak ten aanzien van een beperkte vervolging in Thailand.
-
In januari 2015 worden de eerder gemaakte afspraken tussen het Openbaar Ministerie in Thailand en het Openbaar Ministerie in Nederland over de vervolging, na afstemming in Nederland met Ministerie van Veiligheid en Justitie, bevestigd.
-
In april 2015 wordt binnen het onderzoek The Grass Company in Nederland een Luxemburgse advocaat aangehouden op verdenking van onder andere deelname aan een criminele organisatie. De digitale goederen die hij bij zich had zijn in beslag genomen. Omdat het hier om een zogenaamde geheimhouder gaat, wordt een speciale procedure gevolgd om inzage in de stukken te krijgen en deze uiteindelijk toe te voegen aan het dossier van The Grass Company. In mei 2020 komt een finaal besluit van de Hoge Raad en kunnen de stukken toegevoegd worden aan het strafdossier.
-
In november 2015 zijn door de Thaise rechtbank de in Tilburg geboren verdachte en ex-vrouw veroordeeld voor witwassen in Thailand.
-
In april en maart 2016 heeft de politie onder leiding van het Openbaar Ministerie meerdere verdachten aangehouden, waaronder twee hoofdverdachten die niet eerder in dit onderzoek zijn aangehouden. De verdenking is dat deze verdachten in Tilburg en Den Bosch op grote schaal inkomsten uit vier coffeeshops buiten de officiële boekhouding hebben gehouden. Er zouden privé-inkomsten uit de coffeeshops zijn verzwegen voor de Nederlandse belastingdienst. Het hiermee verdiende geld zou via ingewikkelde schijnconstructies in binnen- en buitenland zijn witgewassen.
-
Het Thaise Gerechtshof bevestigt in hoger beroep de veroordelingen van de in Tilburg geboren verdachte en zijn voormalige echtgenote voor witwassen.
-
Tijdens een zitting op 20 september 2017 behandelt de rechtbank vijf bezwaarschriften tegen evenzovele dagvaardingen. De bezwaarschriften worden ongegrond verklaard en de zaken worden verwezen naar de openbare zitting van de meervoudige kamer op 21 september 2017.
-
Na ongegrondverklaring van de bezwaarschriften tegen de dagvaarding zijn op 21 september 2017 de eerste zaken op zitting gebracht voor de rechtbank. Dit betreft de zaken tegen de hoofdverdachten in het onderzoek, alsmede tegen een aantal bedrijven waarvan de verdenking bestaat dat zij gebruikt zijn bij onder meer het witwassen. De zaak tegen de in Thailand gedetineerde verdachte is ingetrokken om zijn aanwezigheid bij de behandeling te kunnen onderzoeken. De overige zaken zijn verwezen naar de rechter-commissaris om onderzoekshandelingen uit te voeren.
-
Na voor een tweede keer door de Hoge Raad te zijn verwezen komt op 28 november 2017 de uitspraak van het Hof in ’s-Hertogenbosch over de zaak Checkpoint en de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Het Hof overweegt in essentie dat bij een overtreding van een of meer gedoogvoorwaarden, het Openbaar Ministerie kan overgaan tot vervolging voor elk strafbaar feit in de keten van aanvoer, verwerken en verkoop van softdrugs. Zolang de wetgever in gebreke blijft de ‘achterdeur’ te reguleren en het OM ervoor kiest om zaken waarin die problematiek speelt voor te leggen aan de rechter, zal de rechter een inhoudelijke beslissing op de voorgelegde feiten dienen te nemen.
-
Voor deze zitting is de in Thailand gedetineerde verdachte gedagvaard. Tegen de dagvaarding is door de verdediging een bezwaarschrift ingediend. De behandeling van het bezwaarschrift is aangehouden voor onbepaalde tijd met de opdracht aan het OM om te kijken naar mogelijkheden voor de verdachte om zijn aanwezigheidsrecht uit te oefenen.
-
In deze bijeenkomst worden door de RC onder meer de getuigenverzoeken van de verdediging en het Openbaar Ministerie besproken. Het is de aanvang van het onderzoek onder leiding van de rechter-commissaris.
-
In een aantal zaken wordt op 11 juni 2018 een nadere regie-zitting behandeld. Op de zitting is nader gesproken over uit te voeren onderzoekshandelingen bij de rechter-commissaris.
-
In het rapport staat onder meer dat de Nationale ombudsman van oordeel is dat het vereiste van evenredigheid is geschonden.
“De overheidsinstanties hebben onzorgvuldig gehandeld. Zij hebben verzuimd af te wegen of de gekozen middelen in evenredige verhouding stonden tot het beoogde doel. De klacht over het handelen van het OM, het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de politie is gegrond."
-
Tijdens het gevoerde debat in de Tweede Kamer, naar aanleiding van het rapport van de Nationale ombudsman, zegt de Minister van Justitie en Veiligheid toe om diplomatiek overleg te voeren met zijn Thaise collega.
-
Het OM heeft op 13 maart 2019 verzocht een raadkamer-behandeling in te plannen waarin onder meer een eventuele videoconference met verdachte in Thailand zou kunnen worden besproken.
-
Halverwege 2019 zijn strafbeschikkingen uitgereikt aan twee personen die in het onderzoek The Grass Company als verdachte zijn aangemerkt, een belastingadviseur en een administrateur.
-
Overeenkomstig zijn toezegging aan de Tweede Kamer reist de Minister van Justitie en Veiligheid af naar Thailand voor overleg met de Thaise autoriteiten.
In afwachting van de eventuele komst van de in Thailand verblijvende verdachte naar Nederland wordt een raadkamerbehandeling niet ingepland. -
Op 29 augustus 2019 heeft verdachte de Minister voor Rechtsbescherming verzocht in te stemmen met de overdracht van de tenuitvoerlegging van de hem door de Thaise rechter opgelegde gevangenisstraf op grond van de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen ('WOTS') en daartoe een verzoek in te dienen bij de Thaise autoriteiten.
-
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat er geen weigeringsgronden bestaan en heeft bepaald dat de door de Thaise rechter opgelegde gevangenisstraf moet worden aangepast tot tien jaren en acht maanden, met aftrek van voorarrest en daarmee gelijk te stellen perioden van vrijheidsbeneming. Met deze beslissing heeft de Minister voor Rechtsbescherming in januari 2020 opdracht gegeven dat de verdere tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in Nederland zal plaatsvinden.
-
De in Thailand gedetineerde verdachte is op 16 januari 2020 naar Nederland overgebracht om zijn restant straf uit te zitten.
-
De schorsing van de detentie was onder meer aangevraagd op basis van het rapport van de Nationale ombudsman. Op 24 januari 2020 wijst de rechtbank Den Haag een verzoek om schorsing van de detentie af. Deze uitspraak in kort geding wordt in hoger beroep bevestigd, waarbij het Hof onder meer overweegt dat het OM in beginsel de vrijheid heeft om de autoriteiten van een andere mogendheid in overweging te geven tegen iemand een strafrechtelijk onderzoek of een strafrechtelijke procedure te starten. Dit wordt, behoudens nadere omstandigheden, niet anders door het enkele feit dat de detentieomstandigheden in het betreffende land erbarmelijk zijn.
-
De inmiddels in Nederland gedetineerde verdachte was nog niet eerder gehoord in de Nederlandse strafzaak. Op 25 augustus 2020 is hij aangehouden en door de politie verhoord naar aanleiding van de bevindingen uit het opsporingsonderzoek The Grass Company.
-
Verdachte is op 28 augustus 2020 formeel opgenomen in het penitentiair programma. Dit betekent dat hij onder toezicht van de reclassering en met een enkelband de penitentiaire inrichting mag verlaten.
-
Op 24 september 2020 verzoekt het OM de Rechtbank om over te gaan tot planning van de inhoudelijke behandeling van het bezwaarschrift van de in Tilburg geboren verdachte tegen de dagvaarding en om planning van regiezittingen in het onderzoek The Grass Company.
-
Op 20 januari 2021 vindt een korte behandeling van het bezwaarschrift plaats tegen de dagvaarding. Dit is een besloten zitting. Nu de betrokkene zijn bezwaarschrift tegen de uitgebrachte dagvaarding begin januari 2021 had ingetrokken is hij door de rechtbank niet ontvankelijk verklaard.
-
In februari 2021 worden de zaken in het onderzoek The Grass Company besproken tijdens een regiezitting. De zitting is aangevraagd door het OM om de stand van zaken te bespreken. Niet alle zaken zijn al op zitting gebracht. Het gaat hier om een aantal rechtspersonen en natuurlijke personen. In een later stadium zullen andere zaken volgen.
-