Vraag en antwoord strafzaak explosie Tarwekamp
Slachtoffers ontvangen een brief waarin wordt uitgelegd hoe het proces verder verloopt. Het gaat onder meer om getroffen bewoners, nabestaanden, omwonenden en rechtspersonen. Het Openbaar Ministerie heeft ook slachtoffercoördinatoren die slachtoffers individueel begeleiden bij strafzaken en vanuit de politie zijn familierechercheurs ingezet. Een officier van justitie is aangewezen om zich speciaal op deze begeleiding van slachtoffers te richten, naast twee officieren van justitie die het strafrechtelijk onderzoek leiden. Daarnaast adviseren we de slachtoffers om zich in het strafproces te laten bijstaan door een slachtofferadvocaat.
Het forensisch onderzoek loopt nog. Daar moet ook uit blijken of we kunnen achterhalen hoe de explosie tot stand is gekomen. Forensisch onderzoek is complex wanneer sprake is van zo'n enorme ravage als hier het geval was, dus dat vergt tijd.
We weten dat verdachten eerder in het bezit zijn geweest van jerrycans en vuurwerk, maar die spullen zijn door de politie in beslag genomen en niet teruggegeven. Op de Tarwekamp is een jerrycan aangetroffen en meegenomen voor forensisch onderzoek. Of die een relatie heeft tot de brand en explosie, moet nog blijken.
Een 33-jarige man uit Rotterdam, een 29-jarige man en 23-jarige man uit Roosendaal en een 33-jarige man uit Oosterhout werden opgepakt.
Het initiatief lijkt te zijn uitgegaan van de 33-jarige verdachte uit Rotterdam. Hij is de ex-vriend van het slachtoffer, de eigenaresse van de bruidsmodezaak waartegen de aanslag was gericht. De andere verdachten zouden door hem zijn benaderd om te helpen bij de voorbereiding en uitvoering van de brandstichting en explosie.
Het motief is een van de vragen waarop het onderzoek zich richt. Dat zal straks in de rechtszaal aan de orde komen, wanneer door de rechter de onderzoeksresultaten en verklaringen met de verdachten worden besproken. Het Openbaar Ministerie heeft kennis genomen van berichten in de media, waarin al wel over mogelijke motieven wordt gesproken. Voor het Openbaar Ministerie past het niet daar nu op te reageren, voordat een rechter zich over de zaak heeft kunnen buigen. De informatie die het OM wel heeft verstrekt, is op voorhand gedeeld met de slachtoffers en nabestaanden.