OM eist 22 jaar cel wegens moordaanslag in Antwerpen in 1993
Het OM heeft vandaag een celstraf van 22 jaar geëist tegen een inmiddels 71-jarige man die ervan verdacht wordt opdracht te hebben gegeven voor een moord in Antwerpen in de nacht van 8 op 9 mei 1993. Bij die aanslag kwam niet alleen het doelwit, een 55-jarige man, maar ook zijn 44-jarige vriendin om het leven.
De verdachte die deze week voor de Amsterdamse rechtbank terecht staat, kwam in 1993 met een aantal anderen in beeld in het politieonderzoek Cobra naar de Antwerpse moordaanslag. Nadat de zaak in 1995 werd opgelegd, kwam de verdachte in het onderzoek Passage in 2007 opnieuw in beeld in deze zaak en werd er een gerechtelijk vooronderzoek tegen hem geopend. De verdachte zat op dat moment in de Verenigde Staten een jarenlange gevangenisstraf uit. Zijn zaak is daarom toentertijd niet meegenomen in Passage.
Op 22 januari 2021 werd hij, nadat hij zijn straf had uitgezeten, door de Verenigde Staten aan Nederland uitgeleverd. Hij moest toen eerst in Nederland een oude straf uitzitten, waarna hij kon worden aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de aanslag in Antwerpen. Medio juni vorig jaar werd zijn voorlopige hechtenis geschorst.
In 2013 en 2017 zijn drie andere verdachten respectievelijk door de Amsterdamse rechtbank en het Amsterdamse gerechtshof veroordeeld voor hun rol bij de dood van de man en de vrouw in Antwerpen. Een van hen is veroordeeld voor het medeplegen van de moord op de man en het medeplegen van de doodslag op de vrouw. Een andere man die er ook van verdacht werd te hebben geschoten is in april 2003 verongelukt en daarom niet vervolgd.
Vier getuigen
Vier getuigen hebben onafhankelijk van elkaar verklaard dat de inmiddels 71-jarige verdachte toentertijd de opdracht had gegeven het 55-jarige slachtoffer te doden. Een van de getuigen is de kroongetuige over wie zowel rechtbank als gerechtshof in verschillende Passagezaken heeft geoordeeld dat zijn verklaringen betrouwbaar zijn. Een schuld wegens een drugsdeal die verdachte bij het latere slachtoffer had, zou daar de reden zijn. Liquideren is goedkoper dan betalen, zo zou de verdachte volgens verschillende getuigen hebben geredeneerd.
De officieren vandaag in hun requisitoir: “Direct nadat het doelwit zijn auto had geparkeerd, zijn zowel hij als de vrouw naast hem doodgeschoten. Het feit is gepleegd op de openbare weg, in een woonwijk. Er waren ondanks het late uur nog mensen - ook zeer jonge - op straat. De vrouw heeft het grote ongeluk gehad dat zij naast het doelwit zat toen hij werd vermoord. De uitvoerders hebben niet afgezien van het plan om te doden toen zij zagen dat hij niet alleen was. Kennelijk wilden zij ook niet het risico lopen dat de vrouw die het doelwit vergezelde hen zou kunnen herkennen.”
Ernstige feiten
Omdat de feiten zo ernstig zijn, is deze vervolging ook zoveel jaren na de feiten nog steeds op zijn plek, aldus het OM. Als het aan het OM had gelegen was de verdachte veel eerder voor de rechter gebracht en was zijn zaak onderdeel geweest van het Passage-proces. Doordat hij in de Verenigde Staten gedetineerd was is dat toen niet gelukt.
De officieren van justitie achten uitlokking wettig en overtuigend bewezen. Uitlokking van moord op het 55-jarige slachtoffer en uitlokking van doodslag op zijn 44-jarige vriendin. Bij het bepalen van de strafeis hebben de officieren in enige mate rekening gehouden met het tijdsverloop en met de gezondheidssituatie van de verdachte. Alles afwegende eisen zij een celstraf van 22 jaar en de gevangenneming als de rechtbank tot een veroordeling komt.
De rechtbank doet op 3 april uitspraak.