Samenvatting requisitoir Passage

Van 7 tot en met 22 november 2016 hielden advocaten-generaal Frits Posthumus en Cynthia de Jong het requisitoir in het liquidatieproces-Passage. Een samenvatting.

In de kern gaat het in Passage om zeven moorden in het criminele milieu tussen 1993 en 2006 (vijf in 1993, één in 2005 en één in 2006). Daarnaast gaat het om voorbereidingen voor/pogingen tot moord, in diezelfde periode. In hoger beroep staan thans nog tien verdachten terecht.

Passage is voor Nederland het grootste liquidatieproces ooit. Het heeft een enorme omvang en een zeldzaam gebruik van twee kroongetuigen. De opsporing in liquidatiezaken kan niet zonder het instrument van de kroongetuige. Zonder dat instrument zullen sommige zaken niet worden opgehelderd, komen die zaken niet eens aan het licht en ontspringen sommige criminelen de dans.

Kroongetuige Peter la S.

De advocaten-generaal hebben betoogd dat de afgelegde verklaringen van Peter la S. betrouwbaar zijn. Hij legde in 2006 vijftien zogenoemde kluisverklaringen af. De overeenkomst met de Staat kwam tot stand in maart 2007. Daarna is hij tientallen keren gehoord door de Rechter-Commissaris, op zitting in eerste aanleg en op zitting in hoger beroep. La S. heeft op het OM een stevige indruk gemaakt. Dit komt voort uit het feit dat hij zelfs na al die jaren van verhoren nog goede herinneringen heeft aan vroegere gebeurtenissen, vaak gedetailleerde verklaringen heeft afgelegd en alle vragen van de procespartijen heeft beantwoord. Zijn verklaringen zijn consistent, niet onverklaarbaar tegenstrijdig en ze worden onderbouwd door bevindingen van het onderzoek.

De rechtbank heeft de verklaringen van La S. uitgesloten van het bewijs in de zaak tegen Dino S. omdat de rechtbank vond dat in diens zaak sprake was van een onherstelbaar vormverzuim. Dit verzuim had betrekking op de verklaringen van La S. over Willem H. die aanvankelijk geen onderdeel uitmaakten van het Passagedossier. In hoger beroep zijn de advocaten-generaal van mening dat door het alsnog aan het dossier toevoegen van deze verklaringen en het beantwoorden van vragen door La S. op dit punt, dit vormverzuim is hersteld. Daarmee is er geen reden voor uitsluiting van de verklaringen voor het bewijs, aldus het OM.

Kroongetuige Fred R.

Ook de verklaringen van Fred R. zijn betrouwbaar, zo is de stelling van de advocaten-generaal. R. heeft al in 2007 te kennen gegeven in gesprek te willen gaan met het OM over een mogelijke overeenkomst. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in twintig kluisverklaringen afgelegd in december 2013 en in de maanden daarna. De overeenkomst met de Staat kwam vervolgens tot stand in september 2014. Daarna is hij op acht zittingsdagen gehoord. R. heeft op het OM een solide indruk gemaakt. Dit komt vooral voort uit het feit dat hij als getuige op de zitting goed reageerde op vragen en spontaan kon antwoorden, zonder lang na te hoeven denken. Zijn verklaringen zijn consistent, niet onverklaarbaar tegenstrijdig en ze worden onderbouwd door bevindingen van het onderzoek. Ook vindt het OM dat R. authentiek heeft verklaard en hebben de verklaringen van R. nieuwe informatie opgeleverd die verifieerbaar juist bleek te zijn.

De 1993-zaken

De 1993-zaken betreffen vijf liquidaties in 1993 die in een periode van nog geen zes weken zijn gepleegd. De eerste is de liquidatie van Hadziselimovic en Ilic, in de nacht van 31 maart 1993 op 1 april 1993 bij de Ouderkerkerplas. Daarna is Tonnie van Maurik geliquideerd op 19 april 1993 voor het toenmalige Altea Hotel in Amsterdam. De moord op Heni Shamel en Anne de Witte was in de nacht van 8 op 9 mei 1993 in Antwerpen.

Telecomgegevens, de verklaringen van Peter la S. en van getuige, W. spelen bij het bewijs in deze zaken een belangrijke rol.

De advocaten-generaal hebben gesteld dat Jesse R. en Mohamed R. bij alle vijf moorden als (mede)pleger waren betrokken. Ze worden door het OM als plegers gezien van de moord op Hadziselimovic en Ilic, samen met de inmiddels overleden Raymond V. Ten aanzien van de moord op Tonnie van Maurik ziet het OM Nan Paul de B. ook als medepleger, Pinny S. als opdrachtgeefster en Freek S. als medeplichtige. Bij de moord op Heni Shamel en Anne de Witte wordt Siegfried S. door het OM als medepleger van Jesse R. en Mohammed R. gezien.

Liquidaties Kees Houtman en Thomas van der Bijl

Kees Houtman werd in de avond van 2 november 2005 in zijn auto voor zijn woning in Amsterdam-Osdorp van dichtbij neergeschoten. Hij overleed vrijwel direct. Thomas van der Bijl werd op 20 april 2006 in de vroege ochtend in zijn café De Hallen in Amsterdam doodgeschoten. Al vanaf november 2005 waren er pogingen gedaan Van der Bijl te liquideren.

De advocaten-generaal hebben gesteld dat Dino S. mede-opdracht gaf tot beide liquidaties. In juridische zin is dan sprake van ‘uitlokking’. De verklaringen van kroongetuige Peter la S. en van Fred R. spelen een belangrijke rol bij het bewijs in deze twee zaken waar het de rol van S. aangaat. Beide kroongetuigen verklaren dat Dino S., samen met o.a. Willem H., een lijst had aangemaakt met te vermoorden personen, waaronder Kees Houtman en Thomas van der Bijl.
Ten aanzien van de moord op Kees Houtman worden Jesse R. en Peter la S. door het OM als de uitvoerders aangemerkt. Ten aanzien van de moord op Thomas van der Bijl zijn de schutters Dwight S. en Remy H. inmiddels onherroepelijk veroordeeld voor deze moord. Jesse R. heeft samen met Fred R. de begeleiding van de schutters op zich genomen. Voor wat betreft de eerder gedane pogingen om Van der Bijl om het leven te brengen houdt het OM Peter la S. en Jesse R. verantwoordelijk; Fred R. voor wat betreft de voorbereidingshandelingen.

Strafmaat

De advocaten-generaal hebben levenslang geëist tegen Dino S., Jesse R., Mohamed R. en Siegfried S. wegens hun betrokkenheid bij de door het OM bewezen geachte liquidaties en/of pogingen daartoe. De advocaten-generaal vinden dat deze straf niet alleen passend is maar ook geëist mag worden gezien de recente ontwikkelingen in de tenuitvoerlegging van de straf. Uit de brief van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 25 oktober jl. en eerdere brieven aan de Kamer en het gevoerde Kamerdebat blijkt dat de Staatssecretaris druk doende is een regeling te maken die op korte termijn voldoet aan de eisen die het EHRM heeft gesteld aan het opleggen van een levenslange gevangenisstraf en die door de Hoge Raad zijn vertaald in zijn arrest van 5 juli 2016. Gezien deze ontwikkelingen, de toezeggingen door de Staatssecretaris en het vertrouwen dat in de wetgever gesteld mag worden, vindt het OM dat het eisen van een levenslange gevangenisstraf nog steeds tot de mogelijkheden behoort.

Omdat de beide kroongetuigen zich aan hun deel van de overeenkomst hebben gehouden, krijgen zij de door het OM toegezegde strafvermindering van 50%: dit betekent in het geval van Peter la S. een strafeis van acht jaar en in het geval van Fred R. een strafeis van veertien jaar. De basisstrafeis van 28 jaar bij R. is lager dan de 30 jaar die in de overeenkomst staat. Deze 30 jaar is echter gebaseerd op bewezenverklaring van alle feiten waarvoor R. wordt vervolgd. Nu het OM komt tot vrijspraak van zijn betrokkenheid bij enkele mislukte uitlokkingen tot moord, valt de basisstrafeis twee jaar lager uit.

De andere strafeisen zijn:

  • Pinny S.: 11 jaar en 6 maanden
  • Nan Paul de B.: 9 jaar en 6 maanden
  • Freek S.: 5 jaar en 6 maanden
  • Sjaak B.: 3 jaar en 3 maanden