In hoger beroep tot 18 maanden cel geëist voor afpersing in Roden door Satudarah-leden
De advocaat-generaal (OM) in Leeuwarden heeft in hoger beroep celstraffen van respectievelijk achttien en twaalf maanden geëist tegen twee leden van motorclub Satudarah. In de visie van het OM heeft de man die de hoogste straf tegen zich hoorde eisen zich schuldig gemaakt aan een afpersing in Roden op 20 februari 2013 en een poging daartoe op 3 maart 2013. De andere man was alleen betrokken bij het eerste strafbare feit. De zaak tegen een derde verdachte is aangehouden.
Op 20 februari 2013 kwamen de drie verdachten aan de deur bij het slachtoffer. Na telefonisch contact met zijn zoon, liet de man twee mannen binnen in zijn woning. Een van die mannen droeg een jasje van motorclub Satudarah. De mannen wilden € 10.000 hebben van het slachtoffer, omdat hij de naam van Satudarah ten onrechte gebruikt zou hebben. Na de nodige bedreigingen gaf het slachtoffer de mannen € 500. De mannen waren daarmee niet tevreden en kondigden aan terug te komen. Dat gebeurde op 3 maart 2013. Twee verdachten wilden opnieuw geld of papieren. Gedreigd werd, dat als niet meegewerkt zou worden, vingers zouden worden afgeknipt. Ook werd gedreigd de auto van het slachtoffer mee te nemen en er werd aangekondigd dat verdachten binnen enkele dagen terug zouden komen. Het slachtoffer stuurde de dag erna tevergeefs een mail aan de voorzitter van Satudarah om een einde aan de afpersingen en bedreigingen te maken. Enkele dagen later deed het slachtoffer aangifte.
De rechtbank veroordeelde de twee verdachten die vandaag in hoger beroep terecht stonden tot respectievelijk achttien en tien maanden cel. De verdachten stelden hoger beroep in.
Onvoorwaardelijke celstraffen zijn hier op zijn plaats, zo betoogde de advocaat-generaal. “Het gaat hier om ernstige feiten die grote onrust en angst bij slachtoffers en maatschappij veroorzaken. Ook is er bij verdachten een totaal gebrek aan inzicht en spijt."
Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.