Diefstal 113 telefoons bij Defqon
Tijdens het dancefestival Defqon in Biddinghuizen werden dit jaar tientallen festivalgangers beroofd van hun telefoon. Reden voor de beveiliging en de politie om extra op te letten. Er werden zes mannen en één vrouw uit Colombia aangehouden op verdenking van de diefstal. Vandaag werd de zaak bij de rechtbank in Lelystad behandeld. De officier van justitie eiste tegen alle zeven een gevangenisstraf van zestien maanden.
Om de eigenaren van telefoons te traceren deed de politie via social media een internationale oproep aan slachtoffers om zich te melden. Vanuit de hele wereld kwamen telefoontjes binnen. Van de 113 telefoons die bij de groep werden aangetroffen, zijn er 71 weer terug bij hun rechtmatige eigenaar.
Van de zeven verdachten zitten er nog twee vast in Nederland. Vijf verdachten zijn nadat de rechtbank ze had geschorst, door de vreemdelingenpolitie uitgezet in verband met het Europees inreisverbod en terugkeerbesluit Colombia. De twee die voor de rechter stonden, wilden niets verklaren over de feiten. Ze vertelden in Spanje te zijn geweest. Waarvoor ze naar Nederland waren gereisd, wilden ze niet vertellen anders dan ‘de wereld leren kennen’. Ze hebben geen werk, inkomen of onderkomen en geen recht op verblijf in Nederland.
De officier van justitie vond de feiten bewezen. In één van de tenten van de groep Colombianen werden op 30 juli 81 telefoons, persoonsbewijzen van de verdachten en tickets gevonden. Een dag later werden twee verdachten aangehouden. Bij de fouillering werden nog eens ruim dertig telefoons gevonden in geprepareerde kleren. Kort daarna werd een zevende verdachte aangehouden. Verder zijn er de aangiften, getuigenverklaringen en het onderlinge berichtenverkeer over de polsbandjes, of iedereen zijn best wel deed en de opbrengst. Constant werd gevraagd ‘hoeveel ze er hadden’. Ook toont dit aan dat ze allemaal betrokken waren bij de diefstallen en de heling.
In haar requisitoir benoemde de officier van justitie de schade en overlast voor de slachtoffers, voor de ouders van de slachtoffers die hun kinderen niet konden bereiken, maar ook voor de organisatie van het festival. Daarnaast benadrukte ze dat moet worden opgetreden tegen deze vorm van mobiel banditisme: ‘Nederland mag geen interessant werkgebied worden voor dit soort criminelen’. Bij haar eis hield ze rekening met het grote aantal en de hoge waarde van de telefoons en de mate van organisatie en geraffineerde samenwerking bij de strooptocht. Tegen alle zeven verdachten eiste ze daarom een gevangenisstraf van zestien maanden.