OM eist taakstraf voor betasten van vrouwelijke militairen op KMA
Een 39-jarige militair hoorde vandaag voor de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem een taakstraf van160 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken tegen zich eisen. De militair zou als instructeur op de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in 2022 drie vrouwen hebben betast.
De vrouwen deden pas later aangifte, maar dat is volgens de officier van justitie begrijpelijk, omdat de stap om aangifte te doen tegen een meerdere moeilijk is: ‘’Het is nou eenmaal een kleine wereld. Echter, de groep van aangeefster werd ook door de vorige lichting militairen gewaarschuwd voor deze verdachte, ze wilde niet dat ook de volgende lichting geconfronteerd zou worden met het gedrag van verdachte. Daarom heeft ze uiteindelijk wel aangifte gedaan.’’ Een tweede slachtoffer vertelde bij de rechter-commissaris dat ze bang was voor de gevolgen voor haar militaire loopbaan als ze aangifte zou doen.
Uit het dossier rijst het beeld op van een KMA instructeur die op feesten behoorlijk veel alcohol nuttigt en dan vervelend kan worden. ‘’Spijtig genoeg ten koste van andere collega militairen, niet zelden militairen waarvan hij de instructeur of beoordelaar is. Juist in deze hoedanigheid zou verdachte beter moeten weten, hij dient van onbesproken gedrag te zijn, tegen alle andere militairen maar helemaal tegen ondergeschikten. Dat verdachte in beeld is gekomen voor kortgezegd grensoverschrijdend gedrag en in dit geval zelfs strafbare feiten heeft hij echt aan zichzelf te danken en het is geen complot tegen hem, zoals hij zelf wellicht denkt. De verweten gedragingen zijn verdachte zeer kwalijk te nemen.’’
De militair stond ook nog terecht voor militaire aanranding. Dit feit uit het Militair Wetboek van Strafecht is een lichtere variant van mishandeling, waarbij sprake is van fysieke aantasting gepleegd door een militair jegens een andere militair. De verdachte zou met een automatisch geweer een losse flodder hebben afgevuurd vlak bij het oor van de aangever, die op dat moment geen gehoorbescherming droeg.
Voor alle vier feiten vond de officier van justitie een taakstraf van 160 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaar passend.