Militair tijdens oefening beschoten met scherpe munitie: OM eist werkstraffen tegen drie collega-militairen
‘’Militairen bewegen zich in het zogenaamde hoger geweldssegment. Zij beschikken over wapens die bij gebruik potentieel dodelijk zijn. Ze zijn getraind in het veilig omgaan met wapens en zijn daarbij gehouden aan een aantal voorschriften. Van een militair mag dan ook verwacht worden dat hij bij het gebruik van een wapen zich steeds bewust is van het gevaar dat een wapen met zich mee kan brengen en steeds oog heeft voor de veiligheidsmaatregelen. Dat geldt uiteraard voor wapen en munitie. Dit geldt ook tijdens een oefening. De militair heeft zogezegd in deze een bijzondere zorgplicht.’’
Met deze woorden motiveerde de officier van justitie vandaag voor de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem zijn strafeis tegen drie militairen (26, 31 en 32 jaar). Het drietal was betrokken bij een ongeval op 21 januari 2021 in Mazar E Sharif in Afghanistan, waarbij een collega-militair tijdens een oefening per abuis met scherpe munitie is beschoten en als gevolg daarvan zijn arm moet missen.
Alle deelnemers aan de oefening hadden vooraf de instructie gekregen dat er geen scherpe munitie voor de bij de oefening gebruikte wapens – Colts - meegenomen mocht worden naar het oefenterrein. Tijdens deze oefening deed het latere slachtoffer zich voor als Taliban strijder en schoot vanuit die rol op de 26-jarige militair. Deze schoot terug, maar zijn wapen bleek geladen te zijn met scherpe munitie, waardoor zwaar lichamelijk letsel is ontstaan.
Het onderzoek van de Koninklijke Marechaussee heeft zich gericht op de vraag hoe de scherpe munitie in het wapen van de 26-jarige militair terecht is gekomen. Hieruit is gebleken dat de 31-jarige militair, de groepscommandant, wel scherpe munitie voor de Colts bij zich had. Op het moment dat hij zelf deel moest nemen aan de oefening, legde hij de patronen met scherpe munitie in een pick-up voertuig. Deze patronen met scherpe munitie werden opgemerkt door de 32-jarige militair, toen hij het latere slachtoffer met de pick-up naar de oefenlocatie reed. Maar deze militair heeft verzuimd om de oefening stil te leggen, zodat er tijd was om te controleren of er nog meer scherpe munitie – tegen de regels in – op het oefenterrein aanwezig was. Dit had hij, gezien zijn rol als groepscommandant en trainer wel moeten doen, aldus het OM. In de pick-up lag ook een Colt, en dit wapen is door de 26-jarige militair gepakt. Hij heeft de Colt geladen met de munitie die ook in het busje lag, zonder daarbij goed te controleren of het om scherpe munitie of blanks (losse flodders) ging.
Zwaar lichamelijk letsel door schuld
‘’Je zou kunnen spreken van een zeer ongelukkige samenkomst van omstandigheden dat geleid heeft tot het fatale schot. Echter de zaak goed beschouwend komt het Openbaar Ministerie tot de conclusie dat, ondanks dat er sprake is geweest van een ongelukkige samenkomst van omstandigheden, er in deze zaak strafbare feiten zijn gepleegd’’, aldus de officier van justitie.
Het gaat daarbij om het overtreden van een dienstvoorschrift, het niet opvolgen van een dienstbevel en het veroorzaken van zwaar lichamelijk letsel door schuld.
Het veroorzaken van het zware letsel kan aan alle militairen in strafrechtelijke zin worden toegerekend, zo betoogde de officier van justitie. Immers, alle drie hebben een aandeel gehad in de reeks gebeurtenissen, die uiteindelijk tot het fatale schot leidde. ‘’Er zijn drie verdachten, een verdachte lost het fatale schot, een verdachte neemt scherpe Colt munitie mee het oefenterrein op en een verdachte grijpt niet in, neemt geen maatregelen als hij scherpe Colt munitie aantreft in een auto die gebruikt wordt bij de oefening’’, aldus de officier van justitie.
Bij de strafeis houdt de officier van justitie rekening met de ernstige gevolgen voor het slachtoffer en met de speciale zorgplicht die militairen hebben ten aanzien van de omgang met wapens en munitie. In het voordeel van de militairen spreekt dat ze niet eerder met justitie in aanraking zijn geweest.
Alles afwegende vindt de officier van justitie de volgende straffen passend:
Voor de 26-jarige militair die het schot heeft gelost een werkstraf van 70 uur, voor de 32-jarige militair die verzuimde de oefening stil te leggen een werkstraf van 90 uur en voor de 31-jarige militair die de scherpe munitie meegenomen heeft een werkstraf van 140 uur.
Daarnaast zouden de militairen het slachtoffer een schadevergoeding moeten betalen, waarvoor een vordering is ingediend.